Eerste maximumfactuur in alle provinciale scholen

publish date
23.06.2016

Maximumfactuur en kostenanalyse laat de schoolfactuur voor 4518 leerlingen krimpen

 


 Vanaf volgend schooljaar voert de provincie Antwerpen als eerste in Vlaanderen de maximumfactuur in voor al haar secundaire scholen én dit voor alle graden.  De 4518 leerlingen uit de scholen PIVA, PTS Boom, PTS Mechelen, PITO Stabroek en Provinciaal Instituut Sint-Godelieve betalen dan een maximum bedrag, per graad en per opleiding vastgelegd. 

 


Om de kosten voor ouders zo beperkt mogelijk te houden, bestaat sinds 2008 een maximumfactuur voor het lager onderwijs. Die bepaalt hoeveel de school extra mag doorrekenen aan de ouders. Voor het middelbaar onderwijs nam het provinciaal onderwijs zelf initiatief. Drie jaar geleden met de invoer van de maximumfactuur van 250 euro voor de eerste graad en nu met een tabel per school die voor elke opleiding laat zien wat ze kost per jaar. Ouders weten dus exact wat de opleiding zal kosten. En dat met een dubbel engagement van alle scholene: Enerzijds zullen kosten zo laag mogelijk zijn, en anderzijds zal er nooit meer worden aangerekend.

 

Voordelen van maximumfactuur voor ouders én de school

De provinciebestuur is dus niet aan haar proefstuk toe. In het schooljaar 2015-2016 startte een proefproject met een maximumfactuur voor de 2e en 3e graad in het Provinciaal instituut Sint-Godelieve in Antwerpen. Niets dan positieve resultaten kwamen daaruit: zelfs 80% minder adminstratie en beduidend minder onbetaalde rekeningen voor de school, maar vooral een duidelijk zicht op de studies voor de ouders.

 

School gaat bewuster om met studiekosten

De provinciale scholen mikken niet alleen op met een duidelijke eindafrekening. In de aanloop naar de invoering van de maximumfactuur werden alle scholen begeleid om de schoolkosten zo laag mogelijk te maken. Schooluitstappen kunnen ook met de fiets bijvoorbeeld (dankzij het gebruik van aangekochte schoolfietsen voor wie er zelf geen heeft), en voor sommige dure studieboeken kan een goedkoper alternatief worden gevonden. De scholen gebruikten voor de kostenanalyse de studiekostenmonitor ontwikkeld door HIVA en de KU Leuven. Deze onderscheidt 21 kostenrubrieken van studieboeken, kopiekosten, stagekosten, studiebegeleidingkosten tot eenmalige uitgaven zoals klasfoto of 100 dagen.


 
Door de schoolkosten voor aanvang van het schooljaar vast te leggen, moet een school ook beter plannen. Er is immers geen ruimte voor ongeplande, dure schoolactiviteiten. De provincie heeft er als inrichtende macht altijd bewust voor gekozen om het onderwijs goedkoop te houden.  De vijf scholen halen ook voordeel uit de grotere raamcontracten die het provinciebestuur afsluit voor bijvoorbeeld werkkledij en uniformen.