De snelgroeiende vleeskuikens van vandaag hebben genetisch een enorm groeipotentieel. Om dit volop te benutten, moeten alle omstandigheden optimaal zijn: zowel diergezondheid, stalklimaat als voeder en water. Vroeger werd in België vooral grof meelvoeder gebruikt. Om het groeipotentieel van de kippen volop te benutten, moeten ze echter heel hoge voederopnames halen. Daarom is er nu volop overgegaan naar voeders in korrelvorm (pellets). Daarbij wordt het bijmengen van volledige (=ongemalen) tarwe bij de korrelvoeders courant toegepast op vleeskuikenbedrijven.

Aan de kuikens enkel een voeder in korrelvorm geven, is risicovol. Het bijmengen van volledige tarwe is een mogelijkheid om de vertering beter in de hand te houden. De tarwe brengt meer structuur aan.

Zorg dat de samenstelling van het aanvullend voeder goed afgestemd is op de kwaliteit van de tarwe en het percentage tarwe bijmenging.

Een aantal dagen gebroken tarwe of een grof meelvoeder geven rond dag 11 laat toe om selectieve opname en tarwe vermorsing te beperken.

Vermijd ook dat er te veel voeder in de pannen komt en laat de voederpannen regelmatig eens leeg komen.