Zeeploop
Geschiedenis
De Zeeploop (Geeploop, Rosselaarsloop, Grijnsveldloop) werd ten tijde van graaf de Ferraris (bekend van de kaarten) uitgegraven om het gebied ten zuiden van de Duivelskuil te kunnen gebruiken voor de landbouw. De beken in dit gebied ontspringen niet uit echte bronnen maar worden gevoed door oppervlakkig kwelwater, dat door de aanwezigheid van twee grote duinenruggen niet uit zichzelf kon afwateren naar één van de bestaande rivieren. Bij de aanleg van de Zeeploop moest men bijgevolg zo’n duinenrug kruisen, waardoor de beek plaatselijk een zeer diep uitgesneden beekbedding heeft van wel 6 meter diep.
Problemen
De diep uitgesneden beekbedding maakte onderhoud plaatselijk nagenoeg onmogelijk. En ook op het traject langsheen de Duivelskuil was de waterloop bijna niet te bereiken. Juist in dit bosrijke gebied kwamen de meeste obstakels voor in de vorm van afgewaaide takken of met bladeren verstopte duikers. Door het kleine hoogteverschil van de waterloop had het water onvoldoende kracht om deze obstakels zelf weg te spoelen. Intensief onderhoud was dus vereist op een plek die we niet met machines konden bereiken. De obstakels zorgden ervoor dat het water niet door kon, wat leidde tot overstromingen in de stroomopwaarts gelegen landbouwgebieden.
Ter hoogte van de Duivelskuil had de Zeeploop een ontwaterend effect. Niet zo gek natuurlijk,want daarvoor is hij destijds aangelegd. Maar de Duivelskuil is een waardevol moerasgebied en ondervond op deze manier schade. Enkel in zeer natte periodes liep de Zeeploop over in de Duivelskuil, maar zo kwam dan weer voedselrijk water in deze voedselarme biotoop.
Fauna en flora die goed gedijen in een voedselarme omgeving werden zo verdrongen door voedselrijke vegetatie, een verarming van de biodiversiteit. Bovendien is de Zeeploop gelegen in Europees Habitatrichtlijngebied, wat enkele verplichtingen ten opzichte van soortenbehoud met zich meebrengt. Meer hierover lees je bij Natura 2000.
Stroomopwaarts van de Duivelskuil waren enkele kokers van overwelvingen in slechte staat, waardoor de doorstroming verhinderd werd. Stroomafwaarts van de Duivelskuil bevond zich ook nog een vismigratieknelpunt.
Oplossing
Een oplossing hiervoor werd aangereikt in het landinrichtingsplan Geel – Bel fase 2 dat de Vlaamse Landmaatschappij opmaakte in het kader van de landinrichting Grote Netegebied en waarvoor een subsidie werd toegekend. Die oplossing bestaat uit een verlegging van de Zeeploop op grondgebied van Mol en Meerhout, waardoor meteen ook het prioritaire vismigratieknelpunt opgelost wordt. De waterloop stroomt nu over gronden van vzw Kempens Landschap, het geboortebos van het OCMW van Meerhout en weilanden van een privé persoon, waarvan we telkens een strook grond kochten om de nieuwe bedding in uit te graven.
Bijkomend werden nog twee ingrepen in functie van de waterhuishouding uitgevoerd door de provincie Antwerpen. Om te beginnen werd de Zeeploop over een afstand van 60 meter uit zijn inbuizing gehaald op een perceel van het Agentschap voor Wegen en Verkeer, parallel met de Borgerhoutse dijk in Mol. Een ingreep die een positieve invloed op de waterhuishouding heeft en bovendien het bufferend vermogen vergroot. Daarnaast werden twee slechte kokers die de waterafvoer belemmerden vervangen met financiële steun van de gemeente Mol. Bovendien werd aan de koker aan de Volmolenweg een knijpconstructie geplaatst waardoor bij hevige regenval het water tijdelijk vastgehouden kan worden.
Doorbraak
Op vrijdag 28 november 2014 werd in aanwezigheid van enkele genodigden en de pers de nieuwe bedding van de Zeeploop officieel in gebruik genomen. Een grote kraan doorbrak de laatste dijk tussen beide tracés waardoor het water zijn nieuwe loop kon volgen. Dankzij Gazet van Antwerpen hebben we daar ook een mooi filmpje van.
Het oude tracé van de Zeeploop blijft voorlopig behouden. Na een positieve evaluatie van de nieuwe situatie kan er bekeken worden of dit stuk geheel of gedeeltelijk gedempt kan worden.