Schapenbegrazing

Het heidelandschap bestond oorspronkelijk alleen uit bossen. Tijdens de vroege middeleeuwen evolueerde dit landschap naar een afwisseling van open heide en bos omdat men er toen op een ongeordende wijze het bos rooide en er schapen liet grazen. De schapen werden gehouden voor vlees, melk, wol en mest. Vandaag de dag wordt de heide in stand gehouden door Kempische heideschapen en door de heide te plaggen. 

Een heide zonder schapen?

Mocht de natuur haar gang kunnen gaan, dan zou de heide binnen een aantal jaar plaats moeten maken voor een bos. We gaan die 'verbossing' tegen door jonge bomen en grassen te verwijderen zodat de heide plaats heeft om te groeien. De schapen eten jonge boompjes en grassen af en zorgen er zo voor dat de heide open blijft. Ze bepalen bovendien in belangrijke mate het typische uitzicht van de purperen heide. 

Het Kempisch heideschaap

In het begin van de 20ste eeuw waren in de Nederlandse en Belgische Kempen tienduizenden Kempische schapen aanwezig. Dit schaap komt uit een arme streek en is daardoor sober en sterk; aan ruw voeder heeft het genoeg. Het leeft graag het hele jaar door buiten, is vruchtbaar, lammert heel gemakkelijk en heeft een sterk ontwikkelde kuddegeest. Het Kempische heideschaap heeft een aanhankelijk en zacht karakter en ontwikkelt snel een bijzondere band met zijn verzorger. 

Volg de Kesselse Heide op facebook en je verneemt als eerste wanneer de kudde in aantocht is.