Inspiratiebron
Acht krachten
Leerlingen die hun eigen krachten leren kennen en benoemen krijgen een positiever zelfbeeld en ze leren ook de krachten van anderen kennen en waarderen.
De inspiratie vonden we bij Howard Gardner, een Amerikaanse psycholoog. Zijn meervoudige intelligentietheorie wijkt sterk af van de traditionele opvattingen over intelligentie, de daarop gebaseerde intelligentietesten en eigenlijk ook van de traditionele kennisgerichtheid van het onderwijs. Zijn inspiratie vond hij in een project over de artistieke begaafdheid van kinderen. Hij was vooral gefascineerd door het feit dat begaafdheden al zo vroeg bij kinderen tevoorschijn kwamen. Hij was er rotsvast van overtuigd dat intelligentie niet mag gezien worden als een op zich staande of een algemene, statische bekwaamheid. Hij ontdekte dat er veel meer soorten intelligentie bestaan dan enkel de ‘klassieke’ talige en ruimtelijke/wiskundige intelligentie. Hij onderscheidt acht soorten intelligentie, die trouwens allemaal bij iedereen in meerdere of mindere mate aanwezig zijn.
We hebben ervoor gekozen om de intelligenties van Howard Gardner kindgericht te vertalen in ‘krachten’. De educatieve activiteiten zijn telkens opgebouwd rond een van die acht krachten: zelfkracht, natuurkracht, beweegkracht, teamkracht, beeldkracht, muziekkracht, rekenkracht en taalkracht.
Leerlingen met zelfkracht kunnen hun gevoelens goed verwoorden. Ze zijn er zich van bewust en hebben ook controle over wat ze voelen. Ze kiezen soms voor afzondering om even tot rust te komen. Leerlingen met zelfkracht kunnen goed feedback geven aan anderen en helpen ze bewust te worden van hun eigen gevoelens.
Zelfkrachtige leerlingen kunnen volledig opgaan in hun fantasie en zijn vaak aan het dagdromen. Ze houden een dagboek bij of maken op een andere manier notities over de manier waarop zij bepaalde gebeurtenissen ervaren hebben. Ze weten al goed wat ze willen/kunnen en willen zichzelf voortdurend verbeteren. Daarbij leggen ze de lat vaak (te) hoog.
Leerlingen met natuurkracht hebben empathie met planten, dieren en de natuur. Ze verzorgen graag hun huisdieren of helpen graag in de tuin. Natuurkrachtige leerlingen zijn veel bezig met het milieu en kiezen ervoor om milieubewuster te gaan leven, soms worden ze vegetariër of veganist. Ze hebben een interesse voor het menselijk lichaam, houden van chemische proefjes of het ontleden van een dier.
Als deze leerlingen op uitstap gaan, brengen ze graag dingen mee om hun verzameling uit te breiden (schelpjes, steentjes, soorten zand, mos, …). Ze weten veel over planten en dieren: hoeveel voeding ze nodig hebben, hoe ze groeien, wat hen beïnvloedt. Ze hebben de neiging om dingen, gebeurtenissen en mensen tot in detail te bestuderen en maken daarover notities.
Beweegkracht is meer dan goed zijn in sport. Leerlingen met beweegkracht kunnen bijvoorbeeld snel typen, werken liever met hun handen, hebben moeite met stilzitten, zitten voortdurend te prutsen, spelen graag toneel, enz. Leerlingen met beweegkracht vullen hun woorden vaak aan met gebaren en ze reageren doorgaans enthousiast op activiteiten waarbij ze kunnen bewegen of met hun handen kunnen werken.
Leerlingen met beweegkracht leren het efficiëntste als ze zelf iets kunnen ervaren en beleven, als ze iets kunnen aanraken en voelen. Ze zijn gevoelig voor lichamelijk contact zoals een hand geven, een schouderklopje krijgen of een simpele aanraking. Bij een spreekbeurt zullen ze ervoor kiezen om iets te komen demonstreren, liever dan een uitgeschreven tekst te komen vertellen.
Leerlingen met teamkracht zijn warm, dragen graag zorg voor anderen, zijn behulpzaam, betrouwbaar, maken graag nieuwe vrienden en liggen goed in de groep. Ze hebben een radar voor de gevoelens of de behoeften van anderen. Als iemand zich ongelukkig voelt, voelen ze dat snel aan en steken ze hun energie in het verbeteren van het welbevinden van die persoon. Ze nemen initiatief tot contact en vragen aan andere personen om mee te doen. Zij werken graag met andere leerlingen samen en zullen bij een goede sfeer in de klas betere punten scoren. Ze nemen bij een spel vaak de leiding en als teamkrachtige leerlingen enthousiast zijn over iets, kunnen zij de hele klasgroep enthousiast maken. Ze werken liever niet alleen aan een taak en vragen en/of geven aan andere leerlingen tips om de leerstof te verwerken.
Kinderen met beeldkracht kunnen meer dan tekenen en schilderen. Ze zijn veel bezig met kleuren en vormen, ontwerpen graag en houden ervan om vanuit het niets een kunstwerk te creëren, een kamer in te richten, een nieuw T-shirt te ontwerpen enzovoort. Hun agenda of schriften zijn vaak rijkelijk versierd.
Ze kunnen zich goed oriënteren en vinden gemakkelijk de weg terug. Tijdens een uitstap zullen zij ervoor kiezen om de landkaart te bestuderen. Ze beschikken over een goed ruimtelijk inzicht en halen dikwijls goede punten in meetkunde. Deze leerlingen kunnen het verhaal voor zich ‘zien’ als ze aan het lezen zijn, als de juf of meester aan het voorlezen is of als iemand iets vertelt. Ze hebben meestal een rijke fantasie.
Leerlingen met muziekkracht zijn vaak bezig met klank en ritme. Ze luisteren graag naar muziek, neuriën vaak of zingen mee met de radio, tokkelen op tafel, fluiten veel, ... Klank, muziek en ritmes zien zij als een manier om zich uit te drukken. Leerlingen met muziekkracht zijn ook geïnteresseerd in informatie over muziek, groepen, instrumenten, ...
Deze kinderen kunnen iets op een boeiende manier vertellen waarbij ze optimaal gebruik maken van verschillen in toonhoogte en intonatie. Ze zijn heel gevoelig voor het ritmische en melodieuze aspect van taal en communicatie zoals rijm, intonatie, toonhoogte, volume, het spreektempo en voor ritmische aspecten van wiskunde.
Hoewel de naam anders doet vermoeden, kunnen leerlingen met rekenkracht veel meer dan wiskunde alleen. Ze maken graag moeilijke (cijfer)puzzels, bestuderen graag patronen en ordenen voorwerpen en zaken graag volgens een logisch systeem, alfabetisch bijvoorbeeld. Een rekenkrachtige leerling legt gemakkelijk verbanden en lost graag complexe vraagstukken op.
Deze kinderen kennen de betekenis van vele pictogrammen en symbolen en houden ervan dingen op te meten met meetinstrumenten, stokjes, vingers, draadjes, ... Als er zich een probleem voordoet, slaan zij niet op de vlucht, maar zullen ze eerder het probleem proberen te analyseren om er dan een rationele verklaring voor te vinden. Soms lijkt het of rekenkrachtige leerlingen in een andere wereld leven, zo diep kunnen zij in gedachten verzonken zijn.
Leerlingen met taalkracht kunnen zich mondeling en schriftelijk goed uitdrukken. Ze pikken gemakkelijk nieuwe woorden en begrippen op en hebben vaak een uitgebreide woordenschat. Ze vinden het leuk om met taal bezig te zijn, maken graag kruiswoordraadsels, schrijven graag een opstel, lezen graag een boek, ....
Dergelijke leerlingen praten graag en veel, maar luisteren ook naar wat anderen te zeggen hebben. Als ze moeilijke dingen moeten onthouden, zoals de volgorde van de planeten, bedenken de taalkrachtige leerlingen een ezelsbruggetje of een rijmpje als hulpmiddel. Een klasgenoot zal aan een leerling met taalkracht uitleg vragen omdat die de leerstof zo duidelijk kan uitleggen.