Aanvraag voor ingedeelde activiteiten
Wat stelt de wetgeving
De vereenvoudigde procedure is van toepassing op:
- een beperkte verandering van een ingedeelde inrichting of activiteit als vermeld in artikel 12 van het uitvoeringsbesluit omgevingsvergunning;
- een ingedeelde inrichting of activiteit die uitsluitend tijdelijke inrichtingen of activiteiten omvat als vermeld in artikel 5.1.1, 11°, van het DABM, of de veranderingen daaraan; dit gaat concreet over een max. vergunningstermijn van een jaar in ze verband houden met een bouwwerf of 3 maanden in de overige gevallen;
- een ingedeelde inrichting of activiteit die vergunningsplichtig is geworden door aanvulling of wijziging van de indelingslijst; Het algemeen principe “er mag geen OVR, MER, PB vereist zijn” geldt evenwel.
- een verandering door wijziging of uitbreiding van een vergunningsplichtige ingedeelde inrichting of activiteit waarbij de aangevraagde verandering uitsluitend een indelingsrubriek van de derde klasse omvat;
De verandering wordt als een beperkte verandering beschouwd als de verandering geen betekenisvol bijkomend risico inhoudt voor de mens of het milieu en de hinder niet significant vergroot.
Situaties waarvoor de gewone procedure gevolgd moet worden
De volgende veranderingen van de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit worden in elk geval geacht een betekenisvol bijkomend risico voor de mens of het milieu in te houden of de hinder significant te vergroten:
- de verandering door wijziging en uitbreiding, waarbij de aangevraagde verandering een nieuwe indelingsrubriek met een inrichting of activiteit van de eerste of de tweede klasse omvat;
- de verandering door toevoeging, vermeld in artikel 5.1.1, 12°, c), van het DABM;
- de verandering die een uitbreiding van een vergunde ingedeelde inrichting of activiteit met meer dan 50% inhoudt. De procentuele stijging van 50% wordt bepaald ten opzichte van de ingedeelde inrichting of activiteit die is vergund na het doorlopen van een procedure met een openbaar onderzoek;
- de verandering van een GPBV-installatie die significante negatieve effecten heeft voor de mens of het milieu en de verandering van een GPBV-installatie die op zich voldoet aan de drempelwaarden van een indelingsrubriek die is aangeduid met de letter X in de vierde kolom van de indelingslijst.
Indien de aanvraag niet enkel ingedeelde activiteiten bevat, maar ook andere handelingen zoals bijvoorbeeld stedenbouwkundige handelingen, dan dient overeenkomstig artikel 14 van het uitvoeringsbesluit omgevingsvergunning bijkomend ook te zijn voldaan aan de criteria voor toepassing van de vereenvoudigde procedure voor deze handelingen.
Enkele voorbeelden van aanvragen waarvoor deputatie bevoegd is
Enkel milieuaspecten:
- omvorming diersoort (bv. jongvee naar melkkoeien) bij een veebedrijf van klasse 1
- modernisering van een bottelarij horende bij een brouwerij klasse 1 binnen een bouwvergunde hal
- aanhorige ingedeelde activiteiten van klasse 1, aangevraagd als tijdelijke inrichting, horende bij een werf voor de aanleg van een gemeentelijke weg
- uitbreiding met een indelingsrubriek van klasse 3 voor opslag van gas in een vaste houder horende bij een inrichting van klasse 1
Gemengd:
- uitbreiding met productie-installaties in een nieuw gebouw horende bij een industrieel bedrijf klasse 1
- ook stedenbouwkundige handelingen, dus nakijken of ook deze handelingen vallen onder het toepassingsgebied van de vereenvoudigde procedure.