Jongveeopfok
Sinds 2012 heeft het jongvee van de Hooibeekhoeve daarom een nieuwe stal. Er is plaats voor 145 stuks jongvee van verschillende leeftijd en 25 droge koeien.
Sindsdien loopt er onderzoek bij de kalveren naar o.a. huisvesting, voeding en het gebruik van een kalverdrinkautomaat. Investeren in het jongvee rendeert om straks top melkkoeien te hebben en dit uit zich ook in de huidige onderzoeksthema’s.
Apart geventileerde kalverafdeling
Hooibeekhoeve beschikt over een apart geventileerde kalverafdeling. In dit filmpje ontdek je hoe die kalverafdeling er in praktijk uitziet.
Jongveeopfok = investeren in de toekomst!
Kalveren zijn de toekomst op het melkveebedrijf! De start van gezonde koeien met goede productieresultaten en langere levensduur wordt reeds gegeven in het vroege leven van het kalf. Een groep die de aandacht verdient en gelukkig ook meer en meer krijgt in de praktijk! Dit bleek ook uit de talrijke opkomst op twee infomomenten rond jongveeopfok in het najaar van 2019.
In elk kalf schuilt een productieve toekomst
Op 17 september 2019 ontvingen we op de Hooibeekhoeve een twintigtal dierenartsen voor de workshop ‘In elk kalf schuilt een productieve toekomst’ georganiseerd door de firma Zoetis in samenwerking met de onderzoekers van het VLAIO-project JongLeven. In een eerste presentatie werden de resultaten van de jongvee-enquête georganiseerd vanuit het project Jongleven, getoond en bediscussieerd. Vervolgens kwamen de thema’s biestmanagement, melkverstrekking en spenen aan bod. Gevolgd door het belang van meten en wegen van kalveren gelinkt aan het optimale inseminatiemoment. Ook de thema’s kalverhuisvesting, bioveiligheid en mestscores kwamen aan bod. Vervolgens gingen we de interactieve tour op met 3 praktijksessies. In de eerste sessie ‘meten en wegen van kalveren’ konden de deelnemers het gewicht van een aantal dieren inschatten en vervolgens het gewicht bepalen en de borstomtrek meten. Dit levert uiteraard voer voor discussie en bevestigt ‘meten is weten’. In een tweede workshop werd de mogelijkheid gegeven om biest- en serumkwaliteit te meten met drie verschillende meters en werd biest pasteuriseren in de praktijk toegelicht. Vervolgens werden nog tips gegeven over het correct gebruik van melkpoeders en de melkverstrekking. Ook hier gingen de dierenartsen vlijtig aan de slag met de klopper. Kortom een boeiende dag met een interessante kennisuitwisseling! Bedrijfsadvisering heeft zeker baat bij een goede samenwerking tussen de verschillende erfbetreders op het melkveebedrijf.
JongLeven
Op 22 oktober 2019 vond de tweede studiedag georganiseerd vanuit het VLAIO-project JongLeven plaats op de Hooibeekhoeve. Dat jongveeopfok een heel actueel thema is, bleek ook hier met maar liefst 90 deelnemers waarvan veel melkveehoud(st)ers. Ook op deze studienamiddag belichtten we een aantal aspecten van het jongveemanagement op een theoretische en praktische manier. De start werd gegeven door Sabrina Curial (ILVO) met een voorstelling van het project JongLeven en de resultaten van de enquête met interactieve vraagstelling. Hieruit blijkt dat er op heel wat bedrijven nog wel wat ruimte is voor verbetering in het jongveemanagement. Zo wordt er nog al te vaak gespeend op basis van de leeftijd. Terwijl de krachtvoeropname (min 1,5 kg) een veel betere parameter is. Ook voor het insemineren focust men beter op het gewicht (streefdoel 400 kg) dan op leeftijd. Let hierbij wel op dat pinken van 15 maanden die nog geen 400 kg wegen, toch geïnsemineerd moeten worden om het streefdoel van afkalven op 24 maanden voor ogen te houden.
Alles start met een vlotte geboorte van het kalf en snelle biestgift. Maar welke invloeden zijn er op de embryonale ontwikkeling en gezondheid van het kalf tijdens de dracht? En wat betekent prenataal programmeren? Deze vragen werden beantwoord door Karel Verdru (UGent) in de tweede presentatie. Vervolgens ging Ilke Van Hese (ILVO) verder met het belang van een goed biestmanagement en werden verbeterpunten gegeven. Verder gaf ze een overzicht van wat het project Biestboost inhoudt.
In het tweede gedeelte van de studienamiddag trokken we in groepjes naar de stal voor 4 parallelle praktijksessies. Els Stevens ging verder door op het verhaal van Ilke met het meten van biestmelk met verschillende meters in de praktijk. De brix refractometer (analoge en digtale) is een erg handig instrument om snel de kwaliteit te meten. Dit is ook getoond aan de hand van verschillende bieststalen. Wederom bleek dat de wittere biest ook perfect van goede kwaliteit kan zijn en donkergele tot bruine biest niet per definitie de beste kwaliteit is. Meten is weten dus, liefst met een refractometer omdat die nauwkeuriger is.
Brixwaarde
Bij het aflezen van een brixwaarde van min 22%, weet je dat de kwaliteit goed zit. Hoe hoger de brixwaarde, hoe meer antistoffen de biest bevat. Bovendien is het zo snel mogelijk biest geven aan een kalf van groot belang. Als ‘gouden standaard’ zou je binnen de 6 uur na geboorte minstens 200 g antistoffen moeten aanbieden aan het kalf via het colostrum. Biest pasteuriseren kan voor bepaalde bedrijven erg interessant zijn. Hooibeekhoeve heeft er reeds 5 jaar ervaring mee. Je gaat niet alleen de aanwezige kiemen sterk reduceren in de biestmelk maar het geeft ook de mogelijkheid om via een gestandaardiseerd protocol te werken. Deze voordelen werden door een aantal aanwezige veehouders die reeds biest pasteuriseren bevestigd. Katleen Geerinckx bracht in een tweede sessie de aandachtspunten rond de optimale melkverstrekking naar voor met heel praktische tips zoals bijvoorbeeld de mengtabel ophangen in de stal of arbeidsvriendelijke systemen voor de melkverstrekking. Ook huisvesting en het voorkomen van tocht bij de kalveren en bioveiligheidsmaatregelen kwamen aan bod. Zo werd het belang van looplijnen en het werken van ‘jong naar oud’ benadrukt. Telkens dezelfde emmer per kalf houden en bij voorkeur bij ieder nieuw geboren kalf een nieuwe speen gebruiken, zijn heel belangrijke praktijktips! Het meten en wegen van kalveren werd begeleid door Marijke Van Looveren. Zij bracht het belang aan van het opvolgen van de groei van je veestapel en de groeinormen. Enkele kritische momenten in de groei werden aangestipt in relatie met de voeding, op basis van de weegdataset en rantsoenen van casestudie Hooibeekhoeve. Ook hier weer geldt de regel ‘meten is weten’. Groeiafwijkingen komen zo veel sneller in beeld. In een vierde postersessie was er de mogelijkheid om in gesprek te gaan met drie onderzoekers van ILVO, Matthieu Frijlink (Rundveeloket), Sabrina Curial en Ilke Van Hese en Evi Canierre (Inagro) o.a. over het ideale speenregime van kalveren en een proef waarbij een standaard melkschema vergeleken werd met een intensiever schema op het vlak van groei en kostprijs en was er ook informatie over een proef die een droog rantsoen vergeleek met een ruwvoerrantsoen tot de leeftijd van 6 maanden. Achteraf was er bij drankje nog voldoende ruimte voor vragen en stof voor discussie. Een geslaagde en interactieve studiedag!