VLAIO Kuikemis
Brongerichte vermindering van ammoniak
Hoe vormt ammoniak zich? Door microbiële omzetting van via de mest uitgescheiden eiwitten en urinezuur. Hoeveel ammoniak vormt zich? Dat is met name afhankelijk van het stikstof- en vochtgehalte van het met mest vermengde strooisel. Hoewel ook andere factoren zoals pH en temperatuur een rol spelen.
Hoe reduceer je meestal ammoniakemissies? Vaak door ‘end-of-pipe' technieken. Die vangen reeds ontstane emissies op. Het opgestarte project voorziet een heel andere aanpak. Daar ligt de focus op het ontstáán van de emissies reduceren. Een aanpak bij de bron dus.
In het project ontwikkelen we hiervoor nieuwe strategieën. Hun focus ligt op voeding, inrichting of ventilatie.
Voeding: Is een verlaging van het ruweiwitgehalte haalbaar is? Zo produceren we drogere mest met een lager stikstofgehalte.
Inrichting: Is het mogelijk om drinkvoorzieningen aan te passen?
Ventilatie: Kunnen we de geproduceerde mest via deze weg droger maken?
De beste strategieën identificeren we aan de hand van gecontroleerde proeven. Zo bieden we de pluimveehouderij strategieën aan die snel te implementeren zijn in bestaande stallen. Methodes die het ammoniak- en/of vochtgehalte van het strooisel terugbrengen, leiden ook tot een reductie van voetzool- en haklaesies. Pluimveehouders profiteren bij implementatie van de juiste strategie. Ammoniakreductie zorgt voor een verbetering van de gezondheid en productie van hun dieren.
Naast het aanbieden van duidelijke strategieën streeft het project ook naar het aanleveren van een gevalideerde vereenvoudigde meetmethode. Zo bepalen we de ammoniakemissie of -reductie na implementatie van een strategie. De verwachte resultaten en impact van het project zijn transitie van de ontwikkelde kennis en succesverhalen naar overige pluimveehouders. Zo verandert weten in ondernemen.
Dit project wordt gefinancierd door VLAIO en verloopt in samenwerking met ILVO (Dier en T&V in Innovatiesteunpunt Boerenbond |