Kauwen en kraaien sloegen alarm

Begin november 2017 merkte domeinwachter Jef Lauwers de alarmroepen op van een grote zwerm kauwen en zwarte kraaien in de omgeving van het Openluchttheater. Hij zag er plots een grote roofvogel geruisloos wegvliegen: een oehoe. 

Deze zeer grote uil ging achter de serre in een naaldboom zitten waar hij prachtig op beeld werd vastgelegd door Kris De Rouck, groenmedewerker in het Rivierenhof en ervaren vogelfotograaf.

Aan de top van de voedselketen

De oehoe is onze grootste inlandse uil. Hij is tussen de 60 à 75 cm groot en heeft een spanwijdte van 160 tot 188 cm. Ook zijn dikke kop, grote vuur-oranje ogen en lange oorpluimen zijn opvallend. De oehoe dankt zijn naam aan de roep van het mannetje op het einde van de winter: “Oe-hoe, oe-hoe”. Deze toppredator voedt zich met andere roofvogels, uilen en kraaiachtigen. Ook duiven, hazen, jonge reeën staan op zijn menu.

Op 7 maart van dit jaar werd op dezelfde plaats opnieuw een oehoe gespot; waarschijnlijk hetzelfde dier dat sinds een tijdje in het Antwerpse rondvliegt. Mogelijks is het exemplaar dat in het Rivierenhof rondhangt een onvolwassen vogel, op zoek naar een territorium.