Leider bedrijfsinterventieploeg
Doelgroep
Voor bedrijven en instellingen.
Beginsituatie
Een bepaalde voorkennis vereist: deelnemers moeten al een opleiding gehad hebben over de eerste interventiemiddelen.
Einddoel
Na de opleiding ben je in staat om op een snelle en efficiënte manier de leden van de interventieploeg aan te sturen met het oog op het voorkomen van slachtoffers, het beperken van de brandschade en afdoende informatie te verstrekken aan de reguliere brandweerdiensten.
Programma
Dag 1 - theorie
Basisbegrippen
- wettelijk kader bedrijfsinterventieploeg
- tijdsverloop bij brand & branduitbreiding
- brandvoorkoming – brandbestrijdingsmiddelen
- taken & mogelijkheden van de interventieploeg
- evacuatie
Bevelvoering
- de bevelvoeringprocedure
- het besluitvormingsproces
- de verantwoordelijkheid van de bevelvoerder voor de veiligheid van het personeel
- het scenario van de interventie en de bevelvoering
Zandbakoefeningen
- diverse bedrijfseigen scenario’s op zandbakniveau
Dag 2 - basistechnieken en eerste interventiemiddelen
- gebruik haspel
- beschrijving werking haspel
- verschil sproeistraal - volstraal
- offensief en defensief gebruik van haspel
- ontwikkeling van een vaste stoffenbrand
- bescherming tegen hitte en vlammen met sproeistraal
- effect van water op vaste stoffenbrand
- effect gebruik poeder op vaste stoffenbrand
- effect gebruik CO₂op vaste stoffenbrand
- demonstratie koeling; voorkomen doorslag
- plasbrand met obstakel
- korte herhaling veilig gebruik van poederblustoestel
- bespreking problematiek van brand met obstakel
- opstelling aan brand per twee – aandacht voor bevelvoering
- proefshot
- correcte afstand en houding ten opzichte van de brandhaard
- blussing op basis van de vlammen in een omtrekkende beweging
- blussing met P6/P9 van een plasbrand van 2 m² per twee personen
- CO₂-blustoestel
- beschrijving werking toestel
- veilig in werking stellen toestel
- proefshot
- correcte afstand en houding ten opzichte van de brandhaard
- blussing op basis van vlammen
- individuele blussing van een plasbrand Ø 1 m
- water/schuimblustoestel
- beschrijving werking toestel
- veilig in werking stellen toestel
- oefening op vloeistofbrandjes (labotafel)
- oefening op vast stoffenbrand
- oefeningen en compartimentering
- evacuatieoefeningen
- snelle evacuatieoefeningen
- communicatie
- gebruik van communicatiemiddelen
- aflegsysteem
- aandachtspunten bij werken met slangen
- het geven van bevelen
- vorderen met slangen
- combinatie poeder en waterscherm
Dag 3 – scenariotraining
Alle oefeningen worden zo opgebouwd dat ze uitvoerbaar zijn met een beperkt aantal personen. Dit is een basisbezetting waarop je kunt rekenen bij de bestrijding van een beperkt incident in afwachting van het lokaal bevoegd brandweerkorps.
Onderstaande scenario’s zijn zo opgevat dat ze verschillende keren herhaald kunnen worden in een andere setting of in een wisselende personeelsbezetting. Hierbij is de bevelvoering, taakverdeling en uitvoering belangrijk.
Scenario 1: brandje aan vorklift (klasse A) met aanstraling van magazijnrek. Gebruik van poeder en haspel(s).
Scenario 2: hevige plasbrand met aanstraling van gasflessen. Hierbij dient ook een slachtoffer gered te worden.
Scenario 3: brand aan vorklift klasse A + B – aanstraling vaatje – redding slachtoffer. Gebruik van waterschuimtoestellen en haspel, evacuatietechnieken.
Scenario 4: brand in een gesloten ruimte (containergebouw). Demo gebruik poeder binnen: zichtbaarheid – leefbaarheid – gedragsregels – rookval.
Scenario 5: vaste stoffenbrand met uitbreiding aan achterzijde – aanstraling recipiënten met brandbare vloeistof, zoekactie slachtoffer. Prioriteitstelling – grondige verkenning – aanwending diverse blusmiddelen.
Praktisch
Datum
doorlopend, zes dagdelen van 9 tot 12 uur en van 13 tot 16 uur (data af te spreken)
Prijs per deelnemer
Contacteer ons gerust met het aantal deelnemers dat je in gedachten hebt, dan bezorgen we je een prijs voor deze opleiding.
Aantal deelnemers
Minimum 5 maximum 8
Meer info?