Waarom worden delen van de bossen in De Averegten gedund?
In De Averegten worden op specifieke tijdstippen bomen gekapt en bossen gedund. Deze ingrepen gebeuren niet impulsief of willekeurig. De stappen om De Averegten terug tot een gevarieerd inheems bos om te vormen, zijn zorgvuldig vastgelegd in een beheerplan dat gevolgd dient te worden.
De Averegten is een bos en zal dat ook altijd blijven! Toch is het in sommige gevallen nodig om de bestanden te dunnen of bomen te verwijderen. Dit jaar is een grote dunning gepland.
Waarom bomen vellen en bossen dunnen?
In De Averegten zijn er in het verleden, en dit gebeurt vandaag nog steeds, verschillende percelen aangeplant met jonge bomen. Deze bomen hebben allemaal dezelfde leeftijd en dit zorgt voor weinig variatie in de gelaagdheid van het bos.
Door in deze bestanden te “dunnen” zorgen we voor meer ruimte voor de toekomstbomen. We zorgen er zo tegelijkertijd voor, dat er meer licht door de kruinen kan schijnen. Andere struiken en zaailingen krijgen dan de kans om te groeien op de vrijgekomen kiemplekken.
Op termijn zal dit zorgen voor een mooi en gevarieerd bos. Een gezond bos bestaat immers uit veel meer dan enkel grote bomen. De verschillende lagen in het bos zorgen voor schuilplaatsen, voedselbronnen,… voor een verscheidenheid aan dieren in het bos. Dit zorgt voor meer biodiversiteit en een gezonder bos.
In De Averegten worden in september en oktober verschillende bestanden gedund of geveld. Er worden exoten gekapt, bestanden gedund met een eindkap en er zijn ook twee volledige kaalslagen. Hieronder worden al deze stappen beschreven.
Wat is dunnen? En wat zijn toekomstbomen?
Dunnen is een ingreep die vooral de competitie tussen de bomen stuurt en zo de stabiliteit en de kwaliteit van het bos verbetert. Op die manier willen we een gevarieerd bos bekomen, waar heel wat planten en dieren, zoals zangvogels, spechten en reeën zich thuis voelen.
Toekomstbomen of kathedraalbomen, zijn bomen die geselecteerd en gespaard worden omwille van hun ecologisch belang in onze bosbestanden. De eentonigheid van bomen met allemaal dezelfde leeftijd wordt op deze manier doorbroken. Jonge plantjes krijgen de mogelijkheid om te kiemen op de vrijgekomen plaatsen.
Wat betekent dit in de praktijk?
1) Aanplanten
Er wordt een selectie gemaakt van verschillende soorten inheemse loofbomen, die vervolgens willekeurig door elkaar worden aangeplant. Dit gebeurt op een afstand van ongeveer 1,5 m uit mekaar. Bomen zijn van nature enorm competitief, ze beginnen met mekaar te concurreren om zo snel mogelijk naar het licht toe te groeien. Na enkele jaren wordt een eerste selectie gemaakt van de beste exemplaren.
2) Vrijstellen van toekomstbomen
De geselecteerde bomen worden vrijgesteld. Dit wil zeggen dat de naburige bomen geveld worden, zodat de toekomstbomen meer ruimte krijgen om hun kruin optimaal te ontwikkelen.
Op deze manier komt tijdelijk ook meer licht tot aan de bodem, waardoor struiken en andere planten zich mee kunnen ontwikkelen en er meer lagen ontstaan in het bos.
Dit proces dient enkele keren om de x-aantal jaren herhaald te worden.
3) Eindkap
Zodra de toekomstbomen een mooie kruin hebben ontwikkeld en de begroeiing in alle etages van het bos zich voldoende heeft gevormd, zal er nog 1 “eindkap” plaatsvinden.
Zo krijgen de toekomstbomen nog extra ruimte om zich te ontwikkelen als ‘Kathedraalbomen”.
Zodra het bos dit stadium bereikt heeft zal het zich verder in stand kunnen houden en wordt er niet meer in gekapt. Er is dan voldoende variatie van bomen met verschillende leeftijden om een sterk en gevarieerd bos te kunnen garanderen.
Hoe wordt er gedund?
Bij het aanduiden van een dunning maken de boswachters een selectie van te kappen en te sparen bomen. Te kappen bomen worden gemerkt met een bijltje door een stukje schors te verwijderen (schalmen). In juni 2019 werden de gemerkte bomen openbaar verkocht aan een erkende houtexploitant. Hij zal de bomen buiten het broedseizoen (schoontijd) kappen en afvoeren.
De exploitant dient rekening te houden met de verschillende uitrijpistes die zijn aangebracht in het bos. Dit wordt gedaan om bodemverdichting te vermijden en om zo weinig mogelijk andere vegetatie te beschadigen. De pistes worden aangeduid door oranje en blauwe markeringen.
Dood hout?
Het kroonhout van de gevelde bomen blijft liggen nadat de stammen verwijderd zijn. Op deze manier blijft er voldoende dood hout achter in het bos. Dit zorgt voor de ontwikkeling van verschillende paddenstoelen. Het is een essentiële voedingsbron voor een weelde aan insecten die op hun beurt voedsel zijn voor andere bosbewoners.
Zo blijven er ook voldoende voedingsstoffen achter voor de andere fauna en flora. In een gezond oerbos kan men tot 25% aan dood hout terugvinden. In Vlaanderen zien we dat dit helaas veel te weinig is. In De Averegten proberen we zoveel mogelijk kroonhout te laten liggen. Zo komt er meer biotiek in de bodemlaag van het bos.
Exoten vellen?
Invasieve exoten, zoals Amerikaanse vogelkers en Amerikaanse eik, proberen we te benadelen ten opzichte van onze inheemse soorten. Amerikaanse eiken die ver genoeg van de wandelpaden staan, en op deze manier geen gevaar vormen voor de veiligheid, worden geringd. Zo produceren zij geen vruchten meer en zorgen voor dood hout in het bos. Zoals hierboven beschreven is dood hout een heel belangrijk aspect van een gezond bos. Op andere bestanden worden deze bomen gekapt, zodat er een grote plek vrijkomt waar andere soorten van kunnen profiteren.
Open plekken creëren?
Op twee plaatsen creëren we terug een open ruimte.
Het eerste perceel is een bestand dat bestaat uit Sitka-spar. Deze is destijds aangeplant voor commerciële doeleinden. Door de droge periodes die we de laatste jaren te verwerken gekregen hebben, is de weerstand van deze bomen sterk achteruit gegaan. Hierdoor zijn ze vatbaarder geworden voor allerlei ziektes en infecties. Dit bestand is bijna volledig afgestorven en wordt dus volledig gerooid. Hier zal een spontane verjonging plaatsvinden en geven we inheemse soorten terug de kans om zich tot een mooi gevarieerd bos te ontwikkelen.
Op het tweede perceel zal een gedeeltelijke kaalslag plaatsvinden. Hier kiezen we ervoor om het aanpalende hooiland uit te breiden naar heide. Dit zal voor veel dier- en plantensoorten die hier vroeger ook veel voorkwamen een geschikte biotoop worden. Levendbarende hagedis, hazelworm, dopheide en zonnedauw kunnen hier terug in alle rust kiemen en leven.
In de eerste plaats worden de bomen die in deze perimeter staan gerooid, zodat de open plek mooi aansluit op de natte heide die er al is. In een tweede fase zal de strooisellaag verwijderd worden. Jarenlange bladval in de herfst heeft een dikke laag bladafval op de bodem doen ontstaan. Door deze af te plaggen, krijgt de bodem weer licht en zuurstof. Licht minnende pioniersplanten zoals heide krijgen zo de kans om weelderig te groeien. Door het rooien van het huidige bosbestand komt er plots veel meer licht en warmte door tot op de bodem en ontstaat er een microklimaat.
Besluit
Tot slot hadden we nog graag vermeld dat wij uiteraard de bezorgdheid van alle bezoekers begrijpen en ook ter harte nemen. Het is een grote ingreep die in het begin lijkt op een ravage. Maar we zijn ervan overtuigd dat op deze manier, op termijn, het domein nog mooier en diverser zal worden dan het nu al is. Een structureel gevarieerd bos is een bos met meer draagkracht, meer veerkracht en vooral meer biodiversiteit!
Bedankt voor jullie begrip,
De directie en boswachters van De Averegten