Openbare behandeling van agendapunt
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 25 februari 2021 Verslag van de deputatie
|
Bevoegd deputatielid: Luk Lemmens Telefoon: 03 240 52 65
Agenda nr. 1/1 | Vergoeding externe deskundigen POVC eerste aanleg. Goedkeuring.
|
Besluit goedgekeurd in de raad van 25 februari 2021
Artikel 39 van het Omgevingsvergunningsbesluit stelt dat de deskundigen van de POVC en hun respectieve plaatsvervangers een vergoeding voor hun aanwezigheid ontvangen. De provincieraad bepaalt de hoogte van de vergoeding. Deze vergoeding wordt aangerekend op de begroting van de provincie.
- Decreet betreffende de omgevingsvergunning d.d. 25 april 2014
- Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
Op 23 februari 2017 trad het decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014 met bijhorend uitvoeringsbesluit in werking.
In hoofdstuk 7 van het besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning worden de rol en de samenstelling van de Provinciale Omgevingsvergunningscommissie (POVC) geregeld. De POVC adviseert over omgevingsvergunningsaanvragen rekening houdend met alle beschikbare dossierstukken, informatie, adviezen, eventuele bezwaren, … De aanvrager/exploitant kan hierbij ook gehoord worden. Het doel van de POVC is om een geïntegreerd advies te formuleren om zo te komen tot een overlegde, gecoördineerde en gedragen beslissing door de deputatie.
In de POVC zetelen o.a. een deskundige milieu en een deskundige ruimtelijke ordening.
Overeenkomstig artikel 39 van het besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning wijst de deputatie een deskundige en zijn plaatsvervanger aan op grond van hun bijzondere wetenschappelijke of technische bekwaamheid inzake ruimtelijke ordening alsook een deskundige en zijn plaatsvervanger op grond van hun bijzondere wetenschappelijke of technische bekwaamheid inzake milieu. Deze aanstelling gebeurt voor een periode van vier jaar. De mandaten zijn telkens hernieuwbaar voor een periode van vier jaar.
Artikel 39 van bovenvermeld besluit bepaalt tevens dat de deskundigen en hun plaatsvervangers een vergoeding ontvangen voor hun aanwezigheid op de POVC. Bij het in werking treden van de omgevingsvergunning en de aanstelling van de deskundigen voor een eerste mandaatperiode kende de deputatie deze vergoeding toe.
Door een wijziging in artikel 39 van het Omgevingsvergunningsbesluit dient de vergoeding van de deskundigen en hun plaatsvervangers nu bepaald te worden door de provincieraad.
Hierbij dient opgemerkt te worden dat de deskundigen vergoed worden voor hun deelname aan de POVC. Dit houdt in dat de deskundigen aanwezig zijn tijdens de volledige POVC-zitting. Daarnaast spenderen zij nog eens minstens evenveel tijd aan de voorbereiding ervan, het nalezen van het verslag, beantwoorden van bijkomende vragen, bijwonen van toelichtingen, …
Doordat steeds meer Vlaamse adviesinstanties het laten afweten, is het belang van goede deskundigen in de POVC alleen maar toegenomen. De provincie is in eerste aanleg bevoegd voor inrichtingen van klasse 1. Dit zijn inrichtingen die op vlak van potentiële hinder en risico’s zijn ingedeeld in de hoogte klasse. De POVC brengt advies uit over complexe dossiers die heel wat milieutechnische expertise vragen. Om hiervoor de juiste personen met het juiste profiel, kennis en ervaring te kunnen aantrekken en behouden, is het belangrijk dat zij correct vergoed worden.
Er wordt gevraagd om aan de externe deskundigen een presentiegeld toe te kennen van 200 EUR. Wanneer de deskundige aanwezig is gedurende een volledige dag (voormiddag + namiddag tot na 13u) wordt het presentiegeld verdubbeld.
Dit houdt ook in dat aan de externe deskundigen een vergoeding voor reiskosten van de verplaatsing naar en van de zitting van de POVC wordt betaald. Het tarief voor dienstverplaatsing wordt toegepast voor de bepaling van deze verplaatsingsvergoeding.
Het gaat hier voor de duidelijkheid enkel om de vergoeding van de externe deskundigen. Personeelsleden van de provincie Antwerpen die aangesteld werden als deskundigen in de POVC krijgen hiervoor geen extra vergoeding.
SDG 8. Eerlijk werk en economische groei
Subdoelstelling 8.2 Tot meer economische productiviteit komen door diversificatie, technologische modernisatie en innovatie, ook door de klemtoon te leggen op sectoren met hoge toegevoegde waarde en arbeidsintensieve sectoren
SDG 9. Industrie, innovatie en infrastructuur
Subdoelstelling 9.4 Tegen 2030 de infrastructuur moderniseren en industrieën aanpassen om hen duurzaam te maken, waarbij de focus ligt op een grotere doeltreffendheid bij het gebruik van hulpbronnen en van schonere en milieuvriendelijke technologieën en industriële processen, waarbij alle landen de nodige actie ondernemen volgens hun eigen respectieve mogelijkheden
SDG 16. Vrede, justitie en sterke publiek diensten
Subdoelstelling 16.7 Ontvankelijke, inclusieve, participatieve en representatieve besluitvorming op alle niveaus garanderen
De deputatie keurde dit verslag goed in zitting van 11 februari 2021.
Ramingsnummer: MJP000795.
BESLUIT:
Enig artikel:
Aan de externe deskundigen van de POVC wordt een presentiegeld en vergoeding voor verplaatsingskosten toegekend. Het presentiegeld bedraagt 200 EUR per zitting. Wanneer een deskundige aanwezig is gedurende een volledige dag (voormiddag + namiddag tot na 13u) wordt het presentiegeld verdubbeld.
Openbare behandeling van agendapunt
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 25 februari 2021 Verslag van de deputatie
|
Bevoegd deputatielid: Luk Lemmens Telefoon: 03 240 52 65
Agenda nr. 1/2 | Erediensten. Antwerpen. Kathedrale kerkfabriek Onze-Lieve-Vrouw. Wijziging meerjarenplan 2020 - 2025. Goedkeuring.
|
Besluit goedgekeurd in de raad van 25 februari 2021
Krachtens artikel 43 juncto artikel 78 van het Decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, is de provincieraad bevoegd om zich uit te spreken over de goedkeuring van het meerjarenplan en de wijzigingen ervan.
De provincieraad spreekt zich uit over de goedkeuring binnen een termijn van honderd dagen die ingaat op de dag na het inkomen van het advies van het erkend representatief orgaan bij de provincieoverheid (…). De provincieraad kan het meerjarenplan goedkeuren, niet goedkeuren of aanpassen aan wat in het overleg, (…), besproken werd.
Luidens art. 41 juncto art. 78 van het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, stelt de kerkraad een meerjarenplan vast dat de financiële afspraken tussen de kerkfabriek en de provincie bevat voor de periode van zes jaar, die ingaat op 1 januari van het tweede jaar dat volgt op de algehele vernieuwing van de provincieraad.
Het meerjarenplan kan herzien worden in de loop van de periode waarvoor het is opgemaakt.
In vergadering van 20 februari 2020 heeft uw raad het meerjarenplan 2020-2025 van de kathedrale kerkfabriek Onze-Lieve-Vrouw te Antwerpen goedgekeurd zonder boekhoudkundig-technische opmerkingen ter zake. Dit meerjarenplan voorzag geen toelage van de provincie Antwerpen voor de exploitatie noch voor de investeringen in de periode 2020-2025.
Omwille van de wereldwijde corona COVID-19 pandemie in het voorjaar van 2020, werden die budgettaire prognoses en ramingen grondig verstoord.
In vergadering van 24 september 2020 heeft uw raad de eerste wijziging aan het meerjarenplan 2020-2025 van de kathedrale kerkfabriek Onze-Lieve-Vrouw te Antwerpen goedgekeurd zonder boekhoudkundig-technische opmerkingen ter zake. Dit meerjarenplan voorzag in een toelage van de provincie Antwerpen voor de exploitatie van 250.000,00 EUR voor 2020.
De negatieve effecten van de corona-crisis zullen zich echter ook in de loop van 2021 verder blijven manifesteren.
Bij het opmaken van het budget 2021 werd vertrokken van de uitgangspunten zoals geformuleerd in de ‘strategische nota’ bij het meerjarenplan 2020-2025 en de nota’s bij de overlegvergaderingen op 29 mei 2020 en op 7 oktober 2020 met gedeputeerde Luk Lemmens van het provinciebestuur over de financiële situatie van de kathedrale kerkfabriek ten gevolge van de coronacrisis.
Het budget voor 2021 gaat uit van een heropening van de kathedraal vanaf april 2021, bij de start van het toeristisch seizoen, van een geleidelijk stijgend aantal bezoekers en van een verlenging van de tijdelijke werkloosheid gedurende het eerste kwartaal van 2021.
Voor de inkomsten uit toerisme wordt een terugval verwacht van 1.600.000,00 EUR naar 500.000,00 EUR, en voor de inkomsten uit de kaarsenverkoop van 360.000,00 EUR naar 146.000,00 EUR. De uitgaven verminderen eveneens, mede gelet op economische werkloosheid en minder gewone activiteiten.
Het exploitatieresultaat eindigt met een negatief resultaat van 727.600,00 EUR dat de kerkfabriek niet meer kan financieren en waarvoor aan de provincie een exploitatietoelage gevraagd wordt. De kathedrale kerkfabriek zal ook op korte termijn nadenken over een grotere differentiatie van de opbrengsten.
Aangezien in de wijziging van het meerjarenplan nr. 2020/1 geen wijzigingen werden aangebracht voor de jaren 2021-2025, vereist het geactualiseerde budget voor 2021 een wijziging aan het –reeds gewijzigde- meerjarenplan. Deze wijziging heeft enkel betrekking op het jaar 2021, de andere jaren blijven –opnieuw- ongewijzigd.
De kathedrale kerkraad van de Kathedrale kerkfabriek Onze-Lieve-Vrouw heeft deze tweede wijziging aan het meerjarenplan 2020 - 2025 opgemaakt en goedgekeurd in vergadering van 23 oktober 2020.
De tweede wijziging aan het meerjarenplan (voor 2021) kan als volgt worden samengevat:
|
| 2021 - origineel | 2021 - wijziging |
Exploitatie | Ontvangsten | 2.372.000,00 EUR | 1.010.000,00 EUR |
| Uitgaven | 2.265.000,00 EUR | 1.737.600,00 EUR |
| Voor financiering | 107.000,00 EUR | -727.600,00 EUR |
| Financiering | 0,00 EUR | 0,00 EUR |
| Voor overboek | 107.000,00 EUR | -727.600,00 EUR |
| Overboeking | 0,00 EUR | 0,00 EUR |
| Eigen dienstjaar | 107.000,00 EUR | -727.600,00 EUR |
| Gecorrigeerd overschot | 0,00 EUR | 0,00 EUR |
| Voor toelage | 107.000,00 EUR | -727.600,00 EUR |
| Toelage | 0,00 EUR | 727.600,00 EUR |
| Saldo | 107.000,00 EUR | 0,00 EUR |
|
|
|
|
Investeringen | Ontvangsten | 0,00 EUR | 1.150.000,00 EUR |
| Uitgaven | 330.000,00 EUR | 500.000,00 EUR |
| Voor financiering | -330.000,00 EUR | 650.000,00 EUR |
| Financiering | 300.000,00 EUR | 0,00 EUR |
| Voor overboek | -30.000,00 EUR | 650.000,00 EUR |
| Overboeking | 0,00 EUR | 0,00 EUR |
| Eigen dienstjaar | -30.000,00 EUR | 650.000,00 EUR |
| Gecorrigeerd overschot | 0,00 EUR | 0,00 EUR |
| Saldo | -30.000,00 EUR | 650.000,00 EUR |
|
|
|
|
Toelage |
| 0,00 EUR | 727.600,00 EUR |
Bijdrage aan de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen (SDG’s):
SDG: 10 Ongelijkheid verminderen: dring ongelijkheid in en tussen landen terug SDG-Subdoelstelling: 10.2 Tegen 2030 de sociale, economische en politieke inclusie van iedereen mogelijk maken en bevorderen, ongeacht leeftijd, geslacht, handicap, ras, etniciteit, herkomst, godsdienst of economische of andere status. |
Het gewijzigde meerjarenplan 2020-2025 werd digitaal ontvangen op 30 december 2020.
Luidens art. 43, eerste lid van het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, zijn de meerjarenplannen en de wijzigingen onderworpen aan het advies van het erkend representatief orgaan, in casu de bisschop.
Dit advies werd verstrekt op 19 januari 2021 en per e-mail ontvangen door de provincieoverheid op dezelfde datum.
De deputatie keurde dit verslag goed in zitting van 28 januari 2021.
BBC: Actieplan: Interne werking DREM 2020-2025 - Actie: DEG Interne werking.
Een budget ten belope van 350.000,00 EUR ten voordele van kathedrale kerkfabriek Onze-Lieve-Vrouw te Antwerpen werd reeds voorzien in het provinciale meerjarenplan 2020-2025 op boekhoudsleutel 2021/64902000/0790 - Niet-nominatieve subsidies/Erediensten (Bijdrage in het tekort van de gewone begroting van de kerkfabrieken van de erkende erediensten (W)), ramingsnummer MJP000036, van het budget 2021.
Het saldo ten belope van 377.600,00 EUR dient bij aanpassing van het provinciale meerjarenplan bijkomend voorzien te worden.
BESLUIT:
Enig artikel:
De provincieraad keurt de tweede wijziging van het meerjarenplan 2020-2025 van de kathedrale kerkfabriek Onze-Lieve-Vrouw te Antwerpen goed, met een exploitatietekort (tevens provinciesubsidie) van 727.600,00 EUR voor het jaar 2021, zonder boekhoudkundige-technische opmerkingen ter zake.
Openbare behandeling van agendapunt
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 25 februari 2021 Verslag van de deputatie
|
Bevoegd deputatielid: Luk Lemmens Telefoon: 03 240 52 65
Agenda nr. 1/3 | Erediensten. Antwerpen. Kathedrale kerkfabriek Onze-Lieve-Vrouw. Budget 2021. Akteneming. Goedkeuring.
|
Besluit goedgekeurd in de raad van 25 februari 2021
Krachtens artikel 48 juncto artikel 78 van het Decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, neemt de provincieraad akte van het budget als het past in het goedgekeurde meerjarenplan.
Krachtens artikel 49 juncto artikel 78 van het Decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, is de provincieraad bevoegd om zich uit te spreken over de goedkeuring van het budget indien dit niet past in het goedgekeurde meerjarenplan.
Luidens artikel 47 juncto artikel 229 worden de budgetten na het advies van het erkend representatief orgaan jaarlijks voor 1 oktober bij de provincieoverheid ingediend (…). De provincieraad spreekt zich over het budget uit binnen een termijn van vijftig dagen die ingaat op de dag na het inkomen van het budget bij de provincieoverheid (…).
Luidens art. 46 juncto art. 78 stelt de kathedrale kerkraad jaarlijks op basis van het meerjarenplan het budget van de kathedrale kerkfabriek voor het volgende boekjaar vast. Het budget bestaat uit een investeringsbudget en een exploitatiebudget.
In vergadering van 20 februari 2020 heeft uw raad het meerjarenplan 2020-2025 van de kathedrale kerkfabriek Onze-Lieve-Vrouw te Antwerpen goedgekeurd zonder boekhoudkundig-technische opmerkingen ter zake. Dit meerjarenplan voorzag geen toelage van de provincie Antwerpen voor de exploitatie noch voor de investeringen in de periode 2020-2025.
In dezelfde vergadering nam uw raad akte van het budget 2020.
Omwille van de wereldwijde corona COVID-19 pandemie in het voorjaar van 2020, werden die budgettaire prognoses en ramingen grondig verstoord.
In vergadering van 24 september 2020 heeft uw raad de eerste wijziging aan het meerjarenplan 2020-2025 van de kathedrale kerkfabriek Onze-Lieve-Vrouw te Antwerpen goedgekeurd zonder boekhoudkundig-technische opmerkingen ter zake. Dit meerjarenplan voorzag in een toelage van de provincie Antwerpen voor de exploitatie van 250.000,00 EUR voor 2020.
In dezelfde vergadering keurde uw raad de eerste en enige wijziging aan het budget 2020 goed, voorafgaand aan de goedkeuring van de eerste wijziging aan het meerjarenplan.
In vergadering van heden werd aan uw raad de tweede wijziging aan het meerjarenplan 2020-2025 van de kathedrale kerkfabriek Onze-Lieve-Vrouw te Antwerpen ter goedkeuring voorgelegd. Dit meerjarenplan voorziet in een toelage van de provincie Antwerpen voor de exploitatie van 727.600,00 EUR voor 2021.
De kathedrale kerkraad van de Kathedrale kerkfabriek Onze-Lieve-Vrouw heeft het budget 2021 opgemaakt en goedgekeurd in vergadering van 23 oktober 2020.
Het budget 2021 kan als volgt worden samengevat:
Exploitatie | Ontvangsten | 1.010.000,00 EUR |
| Uitgaven | 1.737.600,00 EUR |
| Voor financiering | -727.600,00 EUR |
| Financiering | 0,00 EUR |
| Voor overboeking | -727.600,00 EUR |
| Overboeking | 0,00 EUR |
| Eigen dienstjaar | -727.600,00 EUR |
| Gecor. Expl. -2 | 0,00 EUR |
| Gecor. Budgetw. -1 | 0,00 EUR |
| Voor toelage | -727.600,00 EUR |
| Gewone toelage | 727.600,00 EUR |
| Achterstal. toelage | 0,00 EUR |
| Saldo | 0,00 EUR |
|
|
|
Investeringen | Ontvangsten | 1.150.000,00 EUR |
| Uitgaven | 500.000,00 EUR |
| Voor financiering | 650.000,00 EUR |
| Financiering | 0,00 EUR |
| Voor overboeking | 650.000,00 EUR |
| Overboeking | 0,00 EUR |
| Eigen dienstjaar | 650.000,00 EUR |
| Gecor. Invest. -2 | 0,00 EUR |
| Gecor. Budgetw. -1 | 0,00 EUR |
| Saldo | 650.000,00 EUR |
|
|
|
Toelage |
| 727.600,00 EUR |
Het budget 2021 vergeleken met het meerjarenplan 2020-2025 voor wat betreft de voorziene subsidie voor 2021:
Gevraagde provinciale subsidie budget 2021 | 727.600,00 EUR |
Voorziene subsidie in het meerjarenplan | 727.600,00 EUR |
Verschil | 0,00 EUR |
Het ingediende budget valt aldus binnen het goedgekeurde meerjarenplan. De provincieraad dient derhalve akte te nemen van het ingediende budget 2021.
Bijdrage aan de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen (SDG’s):
SDG: 10 Ongelijkheid verminderen: dring ongelijkheid in en tussen landen terug SDG-Subdoelstelling: 10.2 Tegen 2030 de sociale, economische en politieke inclusie van iedereen mogelijk maken en bevorderen, ongeacht leeftijd, geslacht, handicap, ras, etniciteit, herkomst, godsdienst of economische of andere status. |
Het budget 2021 werd digitaal ontvangen op 30 december 2020.
Luidens de artt. 47 en 50 van het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, zijn de budgetten en de wijzigingen onderworpen aan het advies van het erkend representatief orgaan, in casu de bisschop.
Dit advies werd verstrekt op 19 januari 2021 en per e-mail ontvangen door de provincieoverheid op dezelfde datum.
De deputatie keurde dit verslag goed in zitting van 28 januari 2021.
BBC: Actieplan: Interne werking DREM 2020-2025 - Actie: DEG Interne werking.
Een budget ten belope van 350.000,00 EUR ten voordele van kathedrale kerkfabriek Onze-Lieve-Vrouw te Antwerpen werd reeds voorzien in het provinciale meerjarenplan 2020-2025 op boekhoudsleutel 2021/64902000/0790 - Niet-nominatieve subsidies/Erediensten (Bijdrage in het tekort van de gewone begroting van de kerkfabrieken van de erkende erediensten (W)), ramingsnummer MJP000036, van het budget 2021.
Het saldo ten belope van 377.600,00 EUR dient bij aanpassing van het provinciale meerjarenplan bijkomend voorzien te worden.
BESLUIT:
Enig artikel:
De provincieraad neemt akte van het budget 2021 van de kathedrale kerkfabriek Onze-Lieve-Vrouw te Antwerpen met een provinciesubsidie van 727.600,00 EUR voor het tekort op het exploitatiebudget 2021, zonder formulering van boekhoudkundig-technische of andere opmerkingen ter zake.
Openbare behandeling van agendapunt
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 25 februari 2021 Verslag van de deputatie
|
Bevoegd deputatielid: Luk Lemmens Telefoon: 03 240 52 65
Agenda nr. 1/4 | Erediensten. Antwerpen. Russisch-orthodoxe kerkfabriek Christus’ Geboorte. Budget 2021. Akteneming. Goedkeuring.
|
Besluit goedgekeurd in de raad van 25 februari 2021
Krachtens artikel 48 juncto artikel 229 van het Decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, neemt de provincieraad akte van het budget als het past in het goedgekeurde meerjarenplan.
Krachtens artikel 49 juncto artikel 229 van het Decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, is de provincieraad bevoegd om zich uit te spreken over de goedkeuring van het budget indien dit niet past in het goedgekeurde meerjarenplan.
Luidens artikel 47 juncto artikel 229 worden de budgetten na het advies van het erkend representatief orgaan jaarlijks voor 1 oktober bij de provincieoverheid ingediend (…). De provincieraad spreekt zich over het budget uit binnen een termijn van vijftig dagen die ingaat op de dag na het inkomen van het budget bij de provincieoverheid (…).
Luidens art. 46 juncto art. 229 stelt de kerkfabriekraad jaarlijks op basis van het meerjarenplan het budget van de orthodoxe kerkfabriek voor het volgende boekjaar vast. Het budget bestaat uit een investeringsbudget en een exploitatiebudget.
In vergadering van 20 februari 2020 heeft uw raad het meerjarenplan 2020-2025 van de orthodoxe kerkfabriek Christus’ Geboorte te Antwerpen goedgekeurd zonder boekhoudkundig-technische opmerkingen ter zake. Dit meerjarenplan voorzag in een toelage van de provincie Antwerpen voor de exploitatie van 22.759,00 EUR voor het jaar 2021.
In dezelfde vergadering nam uw raad akte van het budget 2020.
De kerkfabriekraad van de orthodoxe kerkfabriek Christus’ Geboorte heeft het budget 2021 opgemaakt en goedgekeurd in vergadering van 21 november 2020.
Het budget 2021 kan als volgt worden samengevat:
Exploitatie | Ontvangsten | 6.000,00 EUR |
| Uitgaven | 28.698,00 EUR |
| Voor financiering | -22.698,00 EUR |
| Financiering | 0,00 EUR |
| Voor overboeking | -22.698,00 EUR |
| Overboeking | 0,00 EUR |
| Eigen dienstjaar | -22.698,00 EUR |
| Gecor. Expl. Rek. n-2 | 167,96 EUR |
| Gecor. Expl. Budget n-1 | 228,60 EUR |
| Voor toelage | -22.758,64 EUR |
| Gewone toelage | 22.758,64 EUR |
| Achterstal. toelage | 0,00 EUR |
| Saldo | 0,00 EUR |
|
|
|
Toelage |
| 22.758,64 EUR |
Er zijn in 2021 geen investeringsontvangsten noch investeringsuitgaven.
Het budget 2021 vergeleken met het meerjarenplan 2020-2025 voor wat betreft de voorziene subsidie voor 2021:
Voorziene subsidie in het meerjarenplan | 22.759,00 EUR |
Gevraagde provinciale subsidie budget 2021 | 22.758,64 EUR |
Verschil | 0,36 EUR |
Het ingediende budget valt aldus binnen het goedgekeurde meerjarenplan. De provincieraad dient derhalve akte te nemen van het ingediende budget 2021.
Bijdrage aan de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen (SDG’s):
SDG: 10 Ongelijkheid verminderen: dring ongelijkheid in en tussen landen terug SDG-Subdoelstelling: 10.2 Tegen 2030 de sociale, economische en politieke inclusie van iedereen mogelijk maken en bevorderen, ongeacht leeftijd, geslacht, handicap, ras, etniciteit, herkomst, godsdienst of economische of andere status. |
Het budget 2021 werd digitaal ontvangen op 17 december 2020.
Luidens de artt. 47 en 50, eerste lid van het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, zijn de budgetten en de wijzigingen onderworpen aan het advies van het erkend representatief orgaan, in casu de Metropoliet-Aartsbisschop van het Oecumenisch Patriarchaat van Konstantinopel.
Dit advies werd verstrekt op 16 december 2020 en ontvangen door de provincieoverheid op 13 januari 2021.
De deputatie keurde dit verslag goed in zitting van 28 januari 2021.
BBC: Actieplan: Interne werking DREM 2020-2025 - Actie: DEG Interne werking.
Een budget ten belope van 22.759,00 EUR ten voordele van de Russisch-orthodoxe kerkfabriek Christus’ Geboorte te Antwerpen werd reeds voorzien in het provinciale meerjarenplan 2020-2025 op boekhoudsleutel 2021/64902000/0790 - Niet-nominatieve subsidies/Erediensten (Bijdrage in het tekort van de gewone begroting van de kerkfabrieken van de erkende erediensten (W)), ramingsnummer MJP000036, van het budget 2021.
BESLUIT:
Enig artikel:
De provincieraad neemt akte van het budget 2021 van de Russisch-orthodoxe kerkfabriek Christus’ Geboorte te Antwerpen met een provinciesubsidie van 22.758,64 EUR voor het tekort op het exploitatiebudget 2021, zonder formulering van boekhoudkundig-technische of andere opmerkingen ter zake.
Openbare behandeling van agendapunt
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 25 februari 2021 Verslag van de deputatie
|
Bevoegd deputatielid: Luk Lemmens Telefoon: 03 240 52 65
Agenda nr. 1/5 | Verdeelkrediet Mondiaal Beleid. Budget 2021. Geraamde aanwending. Goedkeuring.
|
Besluit goedgekeurd in de raad van 25 februari 2021
1. Bevoegdheid
Artikel 43 van het provinciedecreet van 9 december 2005 bepaalt de bevoegdheid van de provincieraad.
2. Juridische context
De wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en op de aanwending van sommige toelagen.
De aanpassing van 24 september 2020 aan het provinciaal reglement betreffende de subsidiëring en het toestaan van reservevorming door subsidietrekkers.
In het door de provincieraad op 4 december 2020 goedgekeurde meerjarenplan 2020-2025 van de provincie is voor 2021 een krediet van 1.175.000 EUR uitgetrokken voor “subsidies mondiaal beleid”. Dit krediet omvat alle subsidies met betrekking tot het mondiaal beleid.
3. Feitelijke context en verantwoording
Voorgestelde subsidies en werkingsbudget mondiaal beleid:
1. een subsidie voor het 4de-Pijlersteunpunt van 11.11.11
Het grootste deel van deze subsidie gaat naar de ondersteuning van ontwikkelingsprojecten van 4de Pijlers met zetel of werking in de provincie Antwerpen. Het resterende bedrag wordt gebruikt voor een kwaliteitsvolle beoordeling en begeleiding van deze 4de Pijlers. Hiervoor werd een samenwerkingsovereenkomst afgesloten, tussen provincie Antwerpen en het 4de-Pijlersteunpunt, voor de periode van 1 januari 2020 tot en met 31 december 2025.
2. een subsidie voor BOS+ tropen vzw
De provincie Antwerpen subsidieert het BOS+ project ‘Behoud en herstel van Amazonewoud in Peru in het kader van co-beheer van natuurreservaten door inheemse gemeenschappen’. Dit project zet in op de compensatie van jaarlijks 4000 ton CO2 en de bescherming van 60.000 ha bos. Hiervoor werd een samenwerkingsovereenkomst afgesloten, tussen provincie Antwerpen en BOS+, voor de periode van 1 januari 2020 tot en met 31 december 2021.
3. subsidies voor de regioprojecten in Guatemala en de Filippijnen
Er wordt een subsidie voorzien voor het provinciaal regioproject in Guatemala, uitgevoerd door de coöperatieve El Recuerdo (conform de samenwerkingsovereenkomst die op 25 januari 2018 in de provincieraad werd goedgekeurd).
Daarnaast wordt een subsidie uitgetrokken voor het provinciaal regioproject in de Filippijnen, uitgevoerd door de Philippine Permaculture Association (PPA). De huidige samenwerkingsovereenkomst met PPA loopt af op 31 maart 2021. Hiermee rekening houdend wordt later een nieuwe samenwerkingsovereenkomst met PPA, m.b.t. de afronding van dit regioproject en het waarborgen van de resultaten ervan, ter goedkeuring aan de provincieraad voorgelegd.
4. een subsidie voor UNICEF, voor het project ‘Klaslokalen bouwen uit gerecycleerd plastic’, te Ivoorkust
UNICEF en Conceptos Plasticos, een sociale onderneming uit Colombia, bouwden in Abidjan een fabriek die werkgelegenheid, een ziekteverzekering en kennisdeling biedt aan vrouwen die in armoede leven.
Zij verzamelen en verwerken plastic afval dat wordt gerecycleerd tot bouwstenen. De eenvoudig te monteren, duurzame en goedkope bouwstenen zullen vervolgens worden gebruikt voor de bouw van klaslokalen. Telkens in regio's die kampen met zowel een tekort aan scholen als met een afvalproblematiek.
Naast de constructie van de scholen -en dus het voorzien van infrastructuur- wordt ook ingezet op kwalitatief onderwijs. Ondanks de inspanningen van Ivoorkust blijft het verwerven van elementaire lees- en rekenvaardigheden voor basisschoolleerlingen immers problematisch. Een zeer groot deel van de leerlingen beheerst niet de nodige kennis en vaardigheden om hun opleiding voort te zetten, wat hun ontwikkeling ondermijnt. Het UNICEF scholenproject wil hier op duurzame wijze verandering in brengen.
Aan de realisatie van deze klaslokalen wordt ook een ‘groen schoolconcept’ gelinkt, met aandacht voor het gebruik van zonnepanelen, de aanplanting van tuinen en bomen en een sensibilisatieprogramma voor groenere & kindvriendelijke gemeenschappen. Daarenboven wordt er aandacht besteed aan zuiver water en hygiëne: de klassen worden voorzien van een waterput en aparte toiletten voor jongens en meisjes. Dit moet, in combinatie met de vermindering van afval, resulteren in een afname van ziekten zoals Covid19, malaria, diarree en longontsteking.
Tot slot hebben opleidingen rond opvoeding, gendergelijkheid en milieubewustzijn voor moeders, leerkrachten en andere relevante actoren een vaste plek in dit project.
Reeds voor 2020 sloot provincie Antwerpen een samenwerkingsovereenkomst af met UNICEF voor het financieel ondersteunen van dit project. Deze overeenkomst was slechts mogelijk voor 1 jaar omdat UNICEF’s landenprogramma met Ivoorkust afliep op 31 december 2020. Momenteel heeft UNICEF echter een nieuw landenprogramma met de regering van Ivoorkust afgesloten voor de periode 2021 – 2025. In deze context zal later een nieuwe samenwerkingsovereenkomst met UNICEF ter goedkeuring aan de provincieraad worden voorgelegd.
5. een subsidie voor het prijzengeld van de Prijs voor Mondiaal Onderzoek
Jaarlijks organiseert provincie Antwerpen de Prijs voor Mondiaal Onderzoek. In 2021 ontvangen 4 studenten van het Instituut voor Tropische Geneeskunde, 3 studenten van het Instituut voor Ontwikkelingsbeleid (Universiteit Antwerpen) en telkens 1 student van Universiteit Antwerpen, Karel de Grote Hogeschool, AP Hogeschool en Thomas More Hogeschool voor hun winnende afstudeerproject, naast een oorkonde en medaille, een bedrag.
6. een werkingsbudget voor de verkenning van bosbouwprojecten in het globale Zuiden
Provincie Antwerpen zet in op CO2 compensatie en bosbescherming in het Zuiden. In 2020 en 2021 gaat provincie Antwerpen hiervoor een samenwerking aan met BOS+. In de loop van 2021 zal deze samenwerking geëvalueerd worden en zal onderzocht/bepaald worden met welke organisatie(s) provincie Antwerpen vanaf 2022 zal samenwerken om bovenstaande doelstellingen te bereiken.
SDG’s:
SDG 1. Geen armoede
SDG 10. Ongelijkheid verminderen
SDG 17. Partnerschap om doelstellingen te bereiken
4. Procedurele vormvereisten
De deputatie keurde dit verslag goed in zitting van 4 februari 2021.
5. Financiële aspecten
De provincieraad wordt gevraagd om in te stemmen met volgende geraamde aanwending van de kredieten:
BESLUIT:
Enig artikel:
De provincieraad stemt in met volgende geraamde aanwending van het verdeelkrediet Mondiaal Beleid 2021:
Openbare behandeling van agendapunt
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 25 februari 2021 Verslag van de deputatie
|
Bevoegd deputatielid: Kathleen Helsen Telefoon: 03 240 52 40
Agenda nr. 2/1 | Budget 2021. Verdeling van het krediet onder 'Subsidies met betrekking tot wonen' (V). Goedkeuring.
|
Besluit goedgekeurd in de raad van 25 februari 2021
Art. 42 van het provinciedecreet van 9 december 2005.
Koninklijk Besluit nr. 110 van 13 december 1982, gewijzigd door het Koninklijk Besluit nr. 145 van 30 december 1982, betreffende het verplicht evenwicht van de begroting.
In het budget 2021 werd onder het verdeelkrediet “subsidies met betrekking tot wonen (V)/” (ARK-code: 6490200, ARK-omschrijving: niet-nominatieve subsidies) ramingsnummer MJP000417– De provincie stimuleert en begeleidt lokale besturen en andere woonactoren bij de uitwerking van innovatieve woonprojecten die de diversiteit en kwaliteit van het woonaanbod en de kwaliteit van de woonomgeving verbeteren – een krediet van 75.000 EUR ingeschreven.
Aan Ferm Thuiszorg vzw, Remylaan 4b, 3018 Wijgmaal, wordt een subsidie ten bedrage van 75.000 EUR toegekend als tussenkomst in het advies en de begeleiding die deze vzw verleent aan inwoners van de provincie Antwerpen om hun woning aan te passen als gevolg van ziekte, functiebeperking of handicap. Concreet betekent dit dat de provincie ongeveer 4/5de van de kostprijs van het individuele advies of de begeleiding ten laste neemt.
Bijdrage aan de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen (SDG’s).
SDG 11. Duurzame steden en gemeenschappen
SDG-subdoelstelling 11.1 Tegen 2030 voor iedereen toegang voorzien tot adequate, veilige en betaalbare huisvesting en basisdiensten, en sloppenwijken verbeteren.
De deputatie keurde dit verslag goed in zitting van 4 februari 2021.
De deputatie heeft beslist volgende verdeling van dit krediet aan uw raad ter goedkeuring voor te leggen:
Ramingsnummer MJP000417: A De provincie stimuleert en begeleidt lokale besturen en andere woonactoren bij de uitwerking van innovatieve woonprojecten die de diversiteit en kwaliteit van het woonaanbod en de kwaliteit van de woonomgeving verbeteren.
| 75.000 EUR |
|
Uw raad wordt gevraagd de verdeling van het krediet ingeschreven in het uitgavebudget BBC “subsidies met betrekking tot wonen (V)/” (ARK-code: 6490200, ARK-omschrijving: niet-nominatieve subsidies) ramingsnummer MJP000417– De provincie stimuleert en begeleidt lokale besturen en andere woonactoren bij de uitwerking van innovatieve woonprojecten die de diversiteit en kwaliteit van het woonaanbod en de kwaliteit van de woonomgeving verbeteren – goed te keuren.
BESLUIT:
Enig artikel:
De provincieraad keurt de volgende verdeling van het krediet ingeschreven in het uitgavebudget BBC onder “subsidies met betrekking tot wonen (V)/” (ARK-code: 6490200, ARK-omschrijving: niet-nominatieve subsidies) ramingsnummer MJP000417 – De provincie stimuleert en begeleidt lokale besturen en andere woonactoren bij de uitwerking van innovatieve woonprojecten die de diversiteit en kwaliteit van het woonaanbod en de kwaliteit van de woonomgeving verbeteren – goed ten bedrage van 75.000 EUR.
Dit krediet wordt aangewend als volgt:
Ramingsnummer MJP000417: A De provincie stimuleert en begeleidt lokale besturen en andere woonactoren bij de uitwerking van innovatieve woonprojecten die de diversiteit en kwaliteit van het woonaanbod en de kwaliteit van de woonomgeving verbeteren.
| 75.000 EUR |
Openbare behandeling van agendapunt
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 25 februari 2021 Verslag van de deputatie
|
Bevoegd deputatielid: Kathleen Helsen Telefoon: 03 240 52 40
Agenda nr. 2/2 | Wonen. Sociale Huisvesting. Vraag van Vlaams minister van Financiën en Begroting, Wonen en Onroerend Erfgoed, dhr. Matthias Diependaele, tot overdacht van de aandelen van de provincie Antwerpen in de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen (VMSW) aan het Vlaams Gewest. Goedkeuring.
|
Besluit goedgekeurd in de raad van 25 februari 2021
Provinciedecreet van 9 december 2005, artikel art. 42, §2, 5°.
De Provincie Antwerpen bezit, net zoals de andere Vlaamse provincies, 460 aandelen met een nominatieve waarde van 5 EUR elk in Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen (VMSW), voor een totaalbedrag van 2300 EUR.
Met schrijven van 8 december 2020 stelt Vlaams minister van Financiën en Begroting, Wonen en Onroerend Erfgoed, dhr. Matthias Diependaele, de volgende vraag aan de provincie:
(cit) (…) Het Vlaams regeerakkoord voorziet dat het Agentschap Wonen-Vlaanderen en de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen (VMSW) moeten fuseren om het Woonbeleid nog beter vorm te geven en maximaal in te zetten op kennisdeling binnen het beleidsveld Wonen.
Dit is een complexe operatie, niet in het minst omdat deze slaat op het samengaan van een intern verzelfstandigd agentschap enerzijds en een publiekrechtelijke nv anderzijds.
De VMSW heeft op vandaag in totaal 26.613.025 aandelen uitgegeven, met elk een nominale waarde van 5 EUR per aandeel. Het Vlaamse Gewest beschikt op vandaag over ruim meer dan 99,99% van de aandelen in de VMSW, terwijl de 5 Vlaamse provincies elk 460 aandelen (0,0017%) bezitten.
Dit aandeelhouderschap van de provincies was een historische keuze in 1920 bij de oprichting van de Nationale Maatschappij voor Goedkope Woningen en Woonvertrekken, de rechtsvoorganger van de huidige VMSW. De mogelijkheid die tot op heden in de Vlaamse Wooncode staat voor gemeenten om in te tekenen op het kapitaal van de VMSW is nooit ingevuld. Voor de provincies is dit dus van meet af aan wel het geval geweest, zij het dat de participatie louter symbolisch was en nog steeds is.
Als gevolg van de herstructurering waartoe het Agentschap Wonen-Vlaanderen en de VMSW dienen over te gaan, zal de VMSW in haar huidige vorm binnen afzienbare tijd ophouden te bestaan. De precieze modaliteiten van de integratie tussen beide agentschappen en de uiteindelijke vorm die deze zal aannemen worden momenteel nog onderzocht, maar in het kader van deze denkoefening is alvast besloten dat het Gewest vooraf enige aandeelhouder dient te worden van de VMSW, teneinde de fusie tussen de VMSW en het Agentschap Wonen-Vlaanderen zo vlot mogelijk te kunnen structureren.
De eenvoudigste manier om zulks te realiseren bestaat erin dat het Vlaamse Gewest de aandelen van uw provincie in de VMSW koopt. Om die reden wil ik u verzoeken om uw aandelen in de VMSW over te dragen aan het Vlaamse Gewest en dit aan de nominale waarde van de aandelen.
Deze nominale waarde van het aandelenpakket van de provincie bedraagt 2.300 EUR (te weten: 460 aandelen vermenigvuldigd met de nominale waarde van 5 EUR).
Wij danken u op voorhand om het bovenstaand aanbod te overwegen en daaraan de nodige formele goedkeuring te willen verlenen indien u akkoord gaat met het voorstel. In voorkomend geval zullen wij zo spoedig mogelijk de nodige overeenkomsten opstellen met het oog op het formaliseren van die overdracht.
Zou u ons uiterlijk tegen 1 februari 2021 willen berichten over de bereidheid van de provincie om haar aandelen in de VMSW conform de voormelde voorwaarden te verkopen aan het Vlaamse Gewest? Zo niet dienen wij immers tijdig de nodige voorbereidingen te treffen om de uittreding van de provincies voorafgaand aan de implementatie van de integratie op alternatieve wijze te realiseren (…) “ (einde cit.)
De Dienst Wonen (DWON) adviseert om op deze vraag in te gaan, gezien de geplande integratie tussen het Agentschap Wonen-Vlaanderen en de VMSW zoals bepaald in het Vlaams regeerakkoord.
Bijdrage aan de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen (SDG’s).
SDG 11. Duurzame steden en gemeenschappen
Subdoelstelling 11.1 Tegen 2030 voor iedereen toegang voorzien tot adequate, veilige en betaalbare huisvesting en basisdiensten, en sloppenwijken verbeteren.
De deputatie keurde dit verslag goed in zitting van 4 februari 2021.
Voor de overdacht zal het Vlaams Gewest aan de provincie een bedrag uitbetalen van 2.300 EUR, zijnde 460 aandelen vermenigvuldigd met de nominale waarde van 5 EUR.
BESLUIT:
Enig artikel:
De Provincieraad beslist tot de overdracht van de 460 aandelen van de provincie Antwerpen in de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen (VMSW) aan het Vlaams Gewest, voor een totaalbedrag van 2300 EUR.
Openbare behandeling van agendapunt
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 25 februari 2021 Verslag van de deputatie
|
Bevoegd deputatielid: Jan De Haes Telefoon: 03 240 52 60
Agenda nr. 3/1 | Budget 2021. Machtigingskrediet 0390/64902000. Toegestane subsidies. Subsidie aan Regionale Landschappen en Bosgroepen. Aanwending krediet. Goedkeuring.
|
Besluit goedgekeurd in de raad van 25 februari 2021
Art. 42 van het provinciedecreet van 9 december 2005.
Doorbraak 64 van het ‘Witboek interne staatshervorming’ (handelend over de overdracht van de bevoegdheden inzake erkenning, opvolging en subsidiëring van de Regionale Landschappen en Bosgroepen), dd 8 april 2011.
Samenwerkingsovereenkomsten tussen de provincie Antwerpen en de Antwerpse Regionale Landschappen en Bosgroepen, goedgekeurd door de provincieraad dd 28 mei 2020.
In het budget 2021 werd onder budgetsleutel 0390/64902000 ‘Subsidie aan Regionale Landschappen en Bosgroepen’ een krediet van 1.935.837,29 EUR uitgetrokken.
De verdeling van dit krediet dient ter goedkeuring worden voorgelegd aan uw raad. Na goedkeuring door uw raad zullen de afzonderlijke werkingssubsidies aan deputatie worden voorgelegd wat betreft de toekenning en betaling van de subsidie.
Dit machtigingskrediet omvat de subsidies aan de Regionale Landschappen en Bosgroepen.
Regionale Landschappen:
De Regionale Landschappen zijn voor de provincie Antwerpen bevoorrechte partners wanneer we projecten, samen en in overleg met alle betrokken belanghebbenden, op het terrein vormgeven. Als intermediair bestuur neemt de provincie Antwerpen een vooraanstaande rol op in deze Regionale Landschappen.
Bosgroepen:
Bosgroepen zijn samenwerkingsverbanden van (privé-)boseigenaars. Een Bosgroep ondersteunt boseigenaars in het duurzaam beheer van hun bos. Een Bosgroep levert onafhankelijk advies over duurzaam bosbeheer, bosbouwtechnische informatie, wettelijke, financiële of administratieve aspecten van bosbeheer. Daarnaast organiseert en coördineert de Bosgroep ook beheerwerken.
Bijdrage aan de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen (SDG’s).
Een brede koppeling aan SDG’s is van toepassing aangezien dit een subsidie betreft voor de gehele werking van de Bosgroepen en Regionale Landschappen, en niet gefocust op één deelaspect, zoals bij een projectsubsidie aan de orde kan zijn.
SDG 11. Duurzame steden en gemeenschappen
SDG-subdoelstelling 11.7 Tegen 2030 universele toegang voorzien tot veilige, inclusieve en toegankelijke, groene en openbare ruimtes, in het bijzonder voor vrouwen en kinderen, ouderen en personen met een handicap
SDG 15. Leven op het land
SDG-subdoelstelling
15.1 Tegen 2020 het behoud, herstel en het duurzaam gebruik van terrestrische en inlandse zoetwaterecosystemen en hun diensten waarborgen, in het bijzonder bossen, moeraslanden, bergen en droge gebieden, in lijn met de verplichtingen van de internationale overeenkomsten
15.2 Tegen 2020 de implementatie bevorderen van het duurzaam beheer van alle soorten bossen, de ontbossing een halt toeroepen, verloederde bossen herstellen en op duurzame manier bebossing en herbebossing mondiaal opvoeren
15.5 Dringende en doortastende actie ondernemen om de aftakeling in te perken van natuurlijke leefgebieden, het verlies van biodiversiteit een halt toe te roepen en, tegen 2020, de met uitsterven bedreigde soorten te beschermen en hun uitsterven te voorkomen
15.9 Tegen 2020 ecosysteem- en biodiversiteitswaarden integreren in nationale en plaatselijke planning, ontwikkelingsprocessen, strategieën en plannen inzake armoedebestrijding
a. Financiële hulpbronnen mobiliseren en aanzienlijk verhogen vanuit allerlei bronnen om de biodiversiteit en de ecosystemen te vrijwaren en op duurzame wijze te gebruiken
b. Aanzienlijke middelen mobiliseren vanuit allerlei bronnen en op alle niveaus om duurzaam bosbeheer te financieren en gepaste stimuli te verschaffen aan ontwikkelingslanden om een dergelijk beheer te organiseren, ook voor behoud en herbebossing
SDG 17. Partnerschap om doelstellingen te bereiken
SDG-subdoelstelling 17.17 Doeltreffende openbare, publiek-private en maatschappelijke partnerschappen aanmoedigen en bevorderen, voortbouwend op de ervaring en het netwerk van partnerschappen
De deputatie keurde dit verslag goed in zitting van 4 februari 2021.
De deputatie heeft beslist volgende verdeling aan uw raad ter goedkeuring voor te leggen:
Budgetsleutel 0390/64902000 - ‘Subsidie aan Regionale Landschappen en Bosgroepen’: 1.935.837,29 EUR met volgende begunstigden:
- Regionaal Landschap de Voorkempen vzw: 385.107,40 EUR
- Regionaal Landschap Rivierenland vzw: 466.184,20 EUR
- Regionaal Landschap Schelde-Durme vzw: 83.400,00 EUR
- Regionaal Landschap Kleine & Grote Nete vzw: 364.838,40 EUR
- Bosgroep Antwerpen Noord vzw: 114.861,46 EUR
- Bosgroep Antwerpen Zuid vzw: 114.861,46 EUR
- Bosgroep Kempen Noord vzw: 231.722,91 EUR
- Bosgroep Zuiderkempen vzw: 174.861,46 EUR
Deze verdeling is onder voorbehoud van de goedkeuring door de Algemene Vergadering, dd. 25 februari 2021 van Regionaal Landschap Rivierenland vzw m.b.t. de toetreding van de 8 gemeenten van de Zuidrand.
Bij niet-goedkeuring door de Algemene Vergadering dd. 25 februari 2021 van Regionaal Landschap Rivierenland vzw m.b.t. de toetreding van de 8 gemeenten van de Zuidrand zal voor Regionaal Landschap Rivierenland vzw een bedrag van 162.152 EUR in mindering gebracht worden en geldt volgende verdeling:
Budgetsleutel 0390/64902000 - ‘Subsidie aan Regionale Landschappen en Bosgroepen’: 1.773.685,29 EUR met volgende begunstigden:
- Regionaal Landschap de Voorkempen vzw: 385.107,40 EUR
- Regionaal Landschap Rivierenland vzw: 304.032,20 EUR
- Regionaal Landschap Schelde-Durme vzw: 83.400,00 EUR
- Regionaal Landschap Kleine & Grote Nete vzw: 364.838,40 EUR
- Bosgroep Antwerpen Noord vzw: 114.861,46 EUR
- Bosgroep Antwerpen Zuid vzw: 114.861,46 EUR
- Bosgroep Kempen Noord vzw: 231.722,91 EUR
- Bosgroep Zuiderkempen vzw: 174.861,46 EUR
BESLUIT:
Artikel 1:
Goedgekeurd wordt de voorgebrachte verdeling van het krediet 2021, ingeschreven als machtigingskrediet - ‘Subsidie aan Regionale Landschappen en Bosgroepen’, onder voorbehoud van de goedkeuring door de Algemene Vergadering dd. 25 februari 2021 van Regionaal Landschap Rivierenland vzw m.b.t. de toetreding van de 8 gemeenten van de Zuidrand:
1.935.837,29 EUR met volgende begunstigden:
- Regionaal Landschap de Voorkempen vzw: 385.107,40 EUR
- Regionaal Landschap Rivierenland vzw: 466.184,20 EUR
- Regionaal Landschap Schelde-Durme vzw: 83.400,00 EUR
- Regionaal Landschap Kleine & Grote Nete vzw: 364.838,40 EUR
- Bosgroep Antwerpen Noord vzw: 114.861,46 EUR
- Bosgroep Antwerpen Zuid vzw: 114.861,46 EUR
- Bosgroep Kempen Noord vzw: 231.722,91 EUR
- Bosgroep Zuiderkempen vzw: 174.861,46 EUR
Budgetsleutel 0390/64902000 - 'Subsidie aan Regionale Landschappen en Bosgroepen'.
Artikel 2:
Goedgekeurd wordt de voorgebrachte verdeling van het krediet 2021, ingeschreven als machtigingskrediet - ‘Subsidie aan Regionale Landschappen en Bosgroepen’, onder voorbehoud van de niet-goedkeuring door de Algemene Vergadering dd. 25 februari 2021 van Regionaal Landschap Rivierenland vzw m.b.t. de toetreding van de 8 gemeenten van de Zuidrand:
1.773.685,29 EUR met volgende begunstigden:
- Regionaal Landschap de Voorkempen vzw: 385.107,40 EUR
- Regionaal Landschap Rivierenland vzw: 304.032,20 EUR
- Regionaal Landschap Schelde-Durme vzw: 83.400,00 EUR
- Regionaal Landschap Kleine & Grote Nete vzw: 364.838,40 EUR
- Bosgroep Antwerpen Noord vzw: 114.861,46 EUR
- Bosgroep Antwerpen Zuid vzw: 114.861,46 EUR
- Bosgroep Kempen Noord vzw: 231.722,91 EUR
- Bosgroep Zuiderkempen vzw: 174.861,46 EUR
Budgetsleutel 0390/64902000 - 'Subsidie aan Regionale Landschappen en Bosgroepen'.
Openbare behandeling van agendapunt
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 25 februari 2021 Verslag van de deputatie
|
Bevoegd deputatielid: Ludwig Caluwé Telefoon: 03 240 52 48
Agenda nr. 4/1 | Vlaams Coördinatiecentrum voor Mestverwerking vzw (VCM). Aanduiding provinciale vertegenwoordiging. Goedkeuring.
|
Besluit goedgekeurd in de raad van 25 februari 2021
Art. 43, §2, 5° van het provinciedecreet bepaalt dat de provincieraad bevoegd is voor het beslissen van de vertegenwoordiging in agentschappen, instellingen, verenigingen en ondernemingen. Art. 35 van het provinciedecreet bepaalt dat de stemming over de aanwijzing van de vertegenwoordigers van de provincie in de organen van andere rechtspersonen, geheim is.
De provincie wenst de vinger aan de pols te houden in de mestverwerkingssector, een onmisbare schakel in de agrarische keten. Daarom heeft de provincie een B-lidmaatschap bij de vzw Vlaams Coördinatiecentrum Mestverwerking (VCM vzw), Baron de Ruzettelaan 1 BO.3, 8310 Brugge.
Het lidmaatschap biedt de mogelijkheid tot afvaardiging in de Raad van Bestuur, het bepalen van beleid en uit te voeren taken alsook de vermelding op de VCM-website van het provinciale logo en verwijzing naar de provinciale website.
VCM stuurt een schuldvordering in het begin van elk kalenderjaar. Naar jaarlijkse gewoonte dient de provinciale vertegenwoordiging bij VCM te worden ingevuld. Vooraleer tot betaling over te gaan vraagt de boekhouding immers dat de provinciale afvaardiging door de provincieraad goedgekeurd werd.
In 2019 werd de provinciale vertegenwoordiging in de Algemene Vergadering onder de B-leden door gedeputeerde Ludwig Caluwé ingevuld. In 2020 werd de vertegenwoordiging gewijzigd naar de invulling door het diensthoofd als effectief lid en door de gedeputeerde voor landbouw als plaatsvervangend lid.
Voor 2021 wordt namens de Provincie Antwerpen opnieuw het diensthoofd Landbouw voorgedragen als effectief lid van de Algemene Vergadering en als plaatsvervanger de gedeputeerde voor landbouw, Ludwig Caluwé.
Bijdrage aan de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen (SDG’s).
SDG 2. Geen honger
SDG-subdoelstelling 2.4 Tegen 2030 duurzame voedselproductiesystemen garanderen en veerkrachtige landbouwpraktijken implementeren die de productiviteit en de productie kunnen verhogen, die helpen bij het in stand houden van ecosystemen, die de aanpassingscapaciteit verhogen in de strijd tegen klimaatverandering, extreme weersomstandigheden, droogte, overstromingen en andere rampen en die op een progressieve manier de kwaliteit van het land en de bodem verbeteren
De deputatie keurde dit verslag goed in zitting van 4 februari 2021.
Het B-lidmaatschap dat de dienst Landbouw (tot en met 2020 Dienst Landbouw- en Plattelandsbeleid) jaarlijks aangaat, bedroeg 3.380 EUR in 2020 en bedraagt, tenzij het geïndexeerd wordt, evenveel in 2021.
BESLUIT:
Artikel 1:
De provincieraad stemt ermee in om namens de Provincie Antwerpen voor 2021 het diensthoofd Landbouw voor te dragen als effectief lid in de Algemene Vergadering onder de B-leden van het Vlaams Coördinatiecentrum voor Mestverwerking (VCM) vzw.
Artikel 2:
De provincieraad stemt ermee in om namens de Provincie Antwerpen voor 2021 de gedeputeerde voor landbouw, Ludwig Caluwé, voor te dragen als plaatsvervanger in de Algemene Vergadering onder de B-leden van het Vlaams Coördinatiecentrum voor Mestverwerking (VCM) vzw.
Openbare behandeling van agendapunt
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 25 februari 2021 Verslag van de deputatie
|
Bevoegd deputatielid: Ludwig Caluwé Telefoon: 03 240 52 48
Agenda nr. 4/2 | Provinciale overheidsopdrachten. Toepassing art. 43 §2 11° van het provinciedecreet. Raamovereenkomst voor het aanstellen van een ontwerper voor infrastructuurwerken op afroep gedurende een periode van 4 jaar. Bestek. Goedkeuring.
|
Besluit goedgekeurd in de raad van 25 februari 2021
Art. 43 §2 11° van het provinciedecreet: de provincieraad is bevoegd voor het vaststellen van de plaatsingsprocedure en het vaststellen van de voorwaarden van overheidsopdrachten tenzij:
a) de opdracht past binnen het begrip dagelijks bestuur, vermeld in punt 9°, waarvoor de deputatie bevoegd is;
b) de raad de plaatsingsprocedure en het vaststellen van de voorwaarden voor die overheidsopdracht nominatief aan de deputatie heeft toevertrouwd.
De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten.
Het koninklijk besluit van 18 april 2017 plaatsing overheidsopdrachten in de klassieke sectoren.
Bijdrage aan de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen (SDG’s).
Deze opdracht draagt bij aan volgende SDG’s
SDG 11. Maak steden en menselijke nederzettingen inclusief, veilig, veerkrachtig en duurzaam.
SDG-subdoelstelling 11.7 Tegen 2030 universele toegang voorzien tot veilige, inclusieve en toegankelijke, groene en openbare ruimtes, in het bijzonder voor vrouwen en kinderen, ouderen en personen met een handicap.
SDG 15. Bescherm, herstel en bevorder het duurzaam gebruik van ecosystemen, beheer bossen duurzaam, bestrijd woestijnvorming en landdegradatie en draai het terug en roep het verlies aan biodiversiteit een halt toe
SDG-subdoelstelling 15.1 Tegen 2030 het behoud, herstel en het duurzaam gebruik van terrestrische en inlandse zoetwaterecosystemen en hun diensten waarborgen, in het bijzonder bossen, moeraslanden, bergen en droge gebieden, in lijn met de verplichtingen van de internationale overeenkomsten.
Bestek
In vergadering van 28 januari heeft de provincieraad beslist een opdracht voor het aanstellen van een ontwerper voor infrastructuurwerken op afroep gedurende een periode van 4 jaar in de markt te zetten.
De provincieraad koos als wijze van gunnen van deze opdracht de onderhandelingsprocedure met bekendmaking in toepassing van artikel 26 §2 3° van de wet van 15 juni 2006 betreffende de overheidsopdrachten, en keurde de selectieleidraad voor deze opdracht goed.
Nu leggen we het bestek aan de provincieraad voor.
De opdracht is een raamovereenkomst die wordt afgesloten met twee opdrachtnemers per perceel.
We zullen deelopdrachten toewijzen met een aandeel van 70% voor de eerst gerangschikte deelnemer en 30% voor de tweede gerangschikte en dit met een mogelijke afwijking van 10% (dus mogelijke uitersten 80/20 en 60/40).
Voor deelopdrachten waarin de percelen mekaar overlappen kunnen we opteren voor een mini-competitie over de beide percelen heen.
We zullen periodiek de deelnemers her-evalueren aan de hand van de gunningscriteria, waarbij we rekening zullen houden met de effectieve prijs, kwaliteit en aanpak van de opdracht tijdens de uitvoering van de deelopdrachten.
De evaluatie van de offertes gebeurt op basis van volgende gunningscriteria:
Het gunningscriterium prijs beoordelen we aan de hand van de opgegeven kostenelementen (zie 2.3 prijsopgave), waar mogelijk houden we rekening met de kans op het voorkomen van deze elementen in de verschillende deelopdrachten.
Volgende formule wordt gebruikt voor het toekennen van een score:
score= 50* (beoordeelde prijs/laagste prijs).
In de eerste beoordelingsronde zullen we de prijzen op algemene manier beoordelen.
Tijdens de onderhandelingen kunnen we aan de twee of drie best gerangschikte inschrijvers een aantal concrete cases voorleggen om te komen tot een meer gedetailleerde evaluatie voor dit criterium.
Kwaliteit van de voorgestelde teams
De inschrijver geeft in zijn offerte duidelijk aan welk team van medewerkers zal worden ingezet voor de uitvoering van de aangeboden dienstverlening en welke rol deze medewerkers daarin bekleden. Bovendien geeft de inschrijver voor elke opgegeven medewerker(s) een mogelijke vervanger op. Van al deze personen wordt een CV bij de offerte gevoegd.
Plan van aanpak
De inschrijver geeft bondig (max. 5 A4 pagina’s) en helder zijn aanpak van het raamcontract en zijn aanpak van een opdracht uit perceel 1 en/of perceel 2. Belangrijke aspecten zijn algemene planning en detailplanning, aandachtspunten en randvoorwaarden, communicatie met de opdrachtgever, ….
Voor de nieuwe raamovereenkomst wordt een raming gehanteerd van 600.000 EUR/jaar exclusief btw, rekening gehouden met het gebruik ervan door DLOG en DLM. Het effectieve gebruik staat steeds in functie van de noden en het beschikbare budget.
BESLUIT:
Enig artikel:
De provincieraad keurt het bestek bij de opdracht voor het aanstellen van een ontwerper voor infrastructuurwerken op afroep over een periode van 4 jaar goed.
Openbare behandeling van agendapunt
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 25 februari 2021 Verslag van de deputatie
|
Bevoegd deputatielid: Ludwig Caluwé Telefoon: 03 240 52 48
Agenda nr. 4/3 | Vastgoed. Beerse. Laakbeek (A.9.05). Verlegging ter hoogte van de Tempelstraat en langs de Pastoriestraat. Grondruil innemingen 6 en 7 tegen inneming 16. Goedkeuring.
|
Besluit goedgekeurd in de raad van 25 februari 2021
Artikel 43 van het provinciedecreet van 9 december 2005.
- Decreet Integraal Waterbeleid d.d. 18 juli 2003.
- Omzendbrief KB/ABB 2019/3 over de transacties van onroerende goederen door lokale en provinciale besturen en door besturen van erkende diensten.
Parallel met de Tempelstraat te Beerse stroomt de Laakbeek. Deze waterloop stroomt afwisselend doorheen de voor- en achtertuinen van de huizen langs de Tempelstraat. Hierdoor is een situatie ontstaan waarin het onderhoud van de waterloop zeer moeilijk kan uitgevoerd worden, o.a. omdat een groot deel van dit tracé ingebuisd is. De ruime omgeving kampt bovendien regelmatig met wateroverlast. Om aan deze situatie een oplossing te bieden, werd beslist om de waterloop te verleggen, zodat deze niet meer doorheen de tuinen van de bewoners stroomt. Het verlegde tracé kent geen lange inbuizing meer, wat een positief effect heeft op de bereikbaarheid voor onderhoud, alsook op de buffercapaciteit in de opengelegde bedding en op de ecologische waarde van de waterloop. Door de verlegging zal de waterloop ook sneller richting het Echelpoelpark stromen waardoor bijkomende bergingsmogelijkheid wordt gecreëerd in geval van hoge afvoeren.
Door de verlegging van de Laakbeek wordt dus een oplossing geboden voor het huidige moeilijke onderhoud, wordt een lange inbuizing sterk verkort en komt er meer bergingsvolume ter beschikking.
De verlegging van de Laakbeek kadert in een samenwerkingsovereenkomst van de provincie Antwerpen met Aquafin, Fluvius (het vroegere Infrax) en de gemeente Beerse.
Aquafin wenst werken uit te voeren voor de renovatie van de gemeentelijke rioleringsleidingen in de Tempelstaat en de Abdijstraat in Beerse. Hierbij wordt een efficiëntere benutting van de rioleringsinfrastructuur en een betere scheiding van de waterstromen beoogd.
Hierop inspelend voorziet de gemeente Beerse werken aan de bovenbouw van de wegen in de betrokken straten.
Fluvius heeft aansluitend besloten om afkoppelingswerken uit te voeren in de Schrijverswijk zodat hemelwater en afvalwater op een efficiënte manier gescheiden worden.
De samenwerkingsovereenkomst voor deze werken werd op 26 april 2018 goedgekeurd in zitting van de provincieraad van 26 april 2018. Door enkele bijkomende optimalisatiewerken en noodzakelijk archeologisch onderzoek (proefsleuven) is de toenmalige raming bijgesteld.
Thans kan een eerste ruilbelofte worden voorgelegd. De bewoners van de Tempelstraat 22 te Beerse ruilen daarmee een stukje van hun tuin (innemingen 6 en 7, samen 49 m² groot), waar de nieuwe bedding zal komen, tegen het stukje waardoor momenteel nog de overwelfde waterloop stroomt (inneming 16; 34 m²). Alhoewel de grondwaarde van alle innemingen op 230,00 EUR/m² werd geschat - het gaat om woongebied - en de eigenaars schijnbaar een groter stuk afstaan dan ze in ruil verwerven, dienen zij aan de provincie een opleg te betalen van 345,00 EUR omdat inneming 6 een ondergrondse inneming betreft; zij mogen de bovengrond behouden, waardoor zij maar 50% van de normale grondwaarde ontvangen.
De bodemattesten zijn niet blanco omdat er in het kader van het verleggen van de waterloop op 19 maart 2020 reeds een omgevingsvergunning werd verleend aan Aquafin. Een van de aangevraagde en vergunde rubrieken is rubriek 3.6.3.2° m.b.t. lozingsactiviteiten, wat volgens de indelingslijst van Vlarem een risico-activiteit is. Deze activiteit - die er nog niet is - wordt wel al vermeld. Na contactname met de notaris heeft het team Vastgoed aan de gemeente gevraagd deze informatie te laten aanpassen bij OVAM, zodat nieuwe - en blanco - bodemattesten aangevraagd kunnen worden en wordt voorgesteld om de grondruil te laten goedkeuren.
De bijlagen zijn digitaal beschikbaar.
Bijdrage aan de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen (SDG’s).
SDG 6. Schoon water en sanitair
SDG-subdoelstelling 6.6 Tegen 2020 de op water gebaseerde ecosystemen beschermen en herstellen, met inbegrip van bergen, bossen, moerassen, rivieren, grondwaterlagen en meren.
SDG 11. Duurzame steden en gemeenschappen
SDG-subdoelstelling 11.5 Tegen 2030 het aantal doden en getroffenen aanzienlijk verminderen en in aanzienlijke mate de rechtstreekse economische impact op het bruto binnenlands product terugschroeven dat veroorzaakt wordt door rampen, met inbegrip van rampen die met water verband houden, waarbij de klemtoon ligt op het beschermen van de armen en van mensen in kwetsbare situaties.
De deputatie keurde dit verslag goed in zitting van 4 februari 2021.
Er is geen krediet nodig voor deze grondruil.
BESLUIT:
Artikel 1:
Onder verklaring dat de transactie wordt aangegaan voor openbaar nut, met name voor de verlegging en openlegging van de Tempelstraat en langs de Pastoriestraat te Beerse, wordt machtiging verleend tot volgende transacties op basis van het grondinnemingsplan ‘Inneming 1 t.e.m. inneming 9 en Verkoop 10 t.e.m. 17’ van 12 oktober 2020 van landmeter-expert Kris Mertens:
- de ondergrondse innemingen 6 en 7, ten kadaster gekend als Beerse, 1ste afdeling, sectie C, nummers 71 m/deel en 74 y/deel, respectievelijk 33 en 16 m² groot en eigendom van de heer en mevrouw Jacobs-Van der Eycken, worden geruild tegen:
- inneming 16, ten kadaster gekend als Beerse, 1ste afdeling, sectie C, zonder nummer, 34 m² groot en eigendom van de provincie Antwerpen.
De provincie Antwerpen ontvangt van de heer en mevrouw Jacobs-Van der Eycken een opleg van 345,00 EUR.
Artikel 2:
Volgende bijzondere ruilvoorwaarden worden goedgekeurd:
- de provincie Antwerpen zal zorgen voor de opvulling van de huidige bedding;
- de provincie Antwerpen zorgt voor een plaatsbeschrijving voor en na de werken;
- de provincie Antwerpen zal instaan voor de verplaatsing van de hemelwatertank.
Artikel 3:
Beslist wordt aan de Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie ontslag van ambtshalve inschrijving te verlenen bij de overschrijving van de akte.
Artikel 4:
Voor zover als nodig wordt beslist het goed te desaffecteren uit het openbaar domein.
Openbare behandeling van agendapunt
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 25 februari 2021 Verslag van de deputatie
|
Bevoegd deputatielid: Ludwig Caluwé Telefoon: 03 240 52 48
Agenda nr. 4/4 | Vastgoed. Rumst. Molenbeek (A.6.05). Verlegging en openlegging ter hoogte van de Kerremansstraat. Voorlopig onteigeningsbesluit met onteigeningsplan. Goedkeuring.
|
Besluit goedgekeurd in de raad van 25 februari 2021
Artikel 43 van het provinciedecreet van 9 december 2005.
- Onteigeningsdecreet d.d. 24 februari 2017.
- Besluit van de Vlaamse regering van 27 oktober 2017 tot uitvoering van het Vlaams Onteigeningsdecreet van 24 februari 2017.
- Decreet Integraal Waterbeleid d.d. 18 juli 2003.
- Omzendbrief KB/ABB 2019/3 over de transacties van onroerende goederen door lokale en provinciale besturen en door besturen van erkende diensten.
Het gebrek aan een gescheiden rioolstelsel
In de Kerremansstraat en een deel van de ’s Herenbaan is er momenteel geen riolering aanwezig, tenzij zeer beperkt ter hoogte van de aansluiting aan het kruispunt Molenstraat. Afvalwater en regenwater worden geloosd in baangrachten die aan weerszijden van de straten, ter hoogte van de woningen, overwelfd zijn. De overwelvingen verkeren in slechte staat en zijn ernstig aangeslibd. Er zijn veelal ook geen kopmuren aan de duikeruiteinden aanwezig.
De baangrachten stromen noordelijk af in de richting van de Molenstraat en sluiten afwaarts ter hoogte van het kruispunt Molenstraat aan op de overwelfde Molenbeek. Deze waterloop stroomt vanaf het kruispunt ingebuisd verder aan de zuidelijke kant van de Molenstraat in westelijke richting tot aan de overstortconstructie naar de open bedding van de waterloop.
Dit rioleringsproject van Pidpa en de gemeenten Rumst en Boom voorziet in de realisatie van een volledig gescheiden rioolstelsel. Het nieuwe en gescheiden rioleringsstelsel zal noordelijk afstromen naar de Molenstraat waar het aansluit op een optimaal gescheiden rioleringsstelsel.
Overstromingsgevoeligheid van de Molenbeek
De omgeving stroomafwaarts ter hoogte van de aansluiting Molenstraat is erg wateroverlastgevoelig omdat de aansluiting van het regenwaterstelsel van de Molenstraat op de Molenbeek laag gelegen is ten opzichte van het omringende gebied. Bovendien zorgt het grote verval voor een (te) grote stroomsnelheid in de RWA-rioleringen aan de Molenstraat. Bijkomend is er bij hevige regenbuien een grote overstortwerking van het afvalwatersysteem, waarbij overtollig water bijkomend wordt afgezet naar de waterloop. Rioolwater van de dorpskern van Reet wordt immers via de Molenstraat stroomafwaarts vervoerd. Deze cumul van toevoeren leidt bij hevige regenbuien tot wateroverlast in het laaggelegen gedeelte van de Molenstraat en zorgt voor opstuwing in de waterloop ter hoogte van de aansluiting aan de Kerremansstraat.
In dit project wordt het regenwater volledig afgekoppeld van het afvalwaterstelsel en het regenwater maximaal ter plaatse gehouden voor hergebruik en infiltratie.
Er worden open structuren binnen het openbaar domein gerealiseerd door onder andere de aanleg van natuurlijke verdiepte groenzones (wadi’s).
Waar mogelijk worden groenvakken voorzien (betere woonleefbaarheid, vermindering van de verharde oppervlakte betere infiltratie in de bodem).
Een deel van de buffering wordt voorzien buiten de grenzen van openbaar domein, en dit in de vorm van een open gracht en een natuurlijk open bufferbekken (aangelegd door het gemeentebestuur).
De verlegging en openlegging van de Molenbeek door de provincie Antwerpen
Momenteel is de Molenbeek vanaf de Kerremansstraat stroomafwaarts ingebuisd tot aan de uitstroom aan de Molenstraat naar het retentiebekken. Deze uitstroom is gekoppeld aan het RWA-stelsel van de Molenstraat en de overstort vanuit het gemengd stelsel aan de Molenstraat. Via de Molenstraat wordt het water van een groot en sterk hellend stroomgebied afgevoerd (o.m. de zogenaamde ‘Matexiwijk’ en het centrum van Reet). Door de toevloed van grote volumes bij piekbuien vanuit zowel het rioolstelsel als vanuit de waterloop zelf treedt frequent wateroverlast op in de lager gelegen zone van de Molenstraat.
In dit project is voorzien dat het tracé van de waterloop zuidelijk verlegd en verbonden wordt met het RWA-stelsel van de Molenstraat.
De huidige bedding van de waterloop achter de woningen Molenstraat nummers 139 tot 147 wordt behouden als afwateringsgracht voor de aanpalende percelen. Het gemeentebestuur wenst dit deel van de waterloop om te vormen tot een gracht van algemeen belang (te onderhouden door Pidpa). Ter hoogte van het beginpunt van het nieuwe tracé wordt de verbinding tussen de bestaande en nieuwe bedding onderbroken (demping).
Het verleggen van de waterloop zorgt voor een breder en meanderend stroomprofiel en reduceert de overwelvingen tot het minimum.
Voor deze verlegging zullen enkele gronden verworven moeten worden.
De kostprijs van de grondverwervingen wordt geraamd op 20.270,00 EUR (schattingswaarde grond) + 4.722,95 EUR (wederbeleggingsvergoeding) + 88,69 EUR (wachtintresten) + 17.744,50 EUR (vergoeding opstanden) = 42.826,14 EUR.
Bij het onteigeningsbesluit dienen de noodzaak en het openbaar nut gemotiveerd te worden. De hierna volgende argumenten kunnen hiertoe worden ingeroepen:
Het openbaar nut
Door de bijna jaarlijks weerkerende wateroverlast ter hoogte van het kruispunt Kerremansstraat-Molenstraat en in de Molenstraat zelf is het nodig om de concentratie van water op die locaties te verminderen. De Molenstraat is het laagst gelegen punt, waar alle oppervlaktewater en rioleringswater zich verzamelt. De Molenbeek loopt in huidige toestand ingebuisd onder de Molenstraat, hetgeen enerzijds een beperking in buffercapaciteit geeft, en anderzijds door de interactie met de rioleringsinfrastructuur tot de gekende wateroverlast leidt. De verlegging van de Molenbeek zorgt ervoor dat er een bypass gecreëerd wordt zodat het water van de Molenbeek niet meer doorheen de Molenstraat passeert. Omdat de waterloop dan ook in een open profiel gelegd wordt, komt er meer buffercapaciteit ter beschikking bij felle neerslag en is het veel eenvoudiger om het onderhoud van de waterloop uit te voeren. Zowel de verlegging van de Molenbeek, weg van de Molenstraat, als de uitvoering in een open bedding - en dit in combinatie met de gelijktijdig geplande rioleringswerken in de Kerremansstraat - moeten de passage van grote volumes water doorheen de Molenstraat tegengaan. Daarmee kan het risico op wateroverlast in de Molenstraat gevoelig verminderd worden.
De noodzaak
De aanleg van de bypass van de Molenbeek is noodzakelijk ter remediëring van de bijna jaarlijks terugkerende wateroverlast in de Molenstraat. Aangezien de Molenstraat het laagste punt is waar het water zich verzamelt, is het van belang om voor de waterloop een verlegging te voorzien waarmee dit laagste punt kan vermeden worden. De voorziene verlegging vormt een bypass waardoor het water van de waterloop, alsook het hemelwater dat van de hellende Kerremansstraat afkomstig is, niet meer naar de Molenstraat stroomt, maar ter hoogte van het overstromingsgebied Molenbeekse Plassen terug in de huidige loop van de Molenbeek terechtkomt. Omwille van de bebouwingstoestand van de Kerremansstraat en de hydraulische eigenschappen van de waterloop, is de voorziene bypass de enige mogelijkheid om de waterloop zowel topografisch, landschappelijk als hydraulisch te kunnen verleggen en alzo het risico op wateroverlast in de Molenstraat te verminderen.
De deputatie stelt de provincieraad voor het voorgelegde rooilijn- en onteigeningsplan en de projectnota, alsook de opgegeven motivatie ter verantwoording van het openbaar nut en de noodzaak van de onteigening voorlopig goed te keuren.
De bijlagen zijn digitaal beschikbaar.
Bijdrage aan de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen (SDG’s).
SDG 6. Schoon water en sanitair
SDG-subdoelstelling 6.6 Tegen 2020 de op water gebaseerde ecosystemen beschermen en herstellen, met inbegrip van bergen, bossen, moerassen, rivieren, grondwaterlagen en meren.
SDG 11. Duurzame steden en gemeenschappen
SDG-subdoelstelling 11.5 Tegen 2030 het aantal doden en getroffenen aanzienlijk verminderen en in aanzienlijke mate de rechtstreekse economische impact op het bruto binnenlands product terugschroeven dat veroorzaakt wordt door rampen, met inbegrip van rampen die met water verband houden, waarbij de klemtoon ligt op het beschermen van de armen en van mensen in kwetsbare situaties.
De deputatie keurde dit verslag goed in zitting van 4 februari 2021.
Krediet is voorzien in het budget.
BESLUIT:
Artikel 1:
Het rooilijn- en onteigeningsplan ‘Kerremansstraat - deel waterloop’ van 7 september 2020 met plannummer 1.1 en opgemaakt door landmeter-expert Kris Mertens voor de verlegging en openlegging van de Molenbeek ter van hoogte van de Kerremansstraat te Rumst, wordt goedgekeurd.
Artikel 2:
De projectnota zoals voorgebracht in bijlage wordt goedgekeurd.
Artikel 3:
Goedkeuring wordt gehecht aan de motivatie ter verantwoording van het openbaar nut en van de noodzaak van de onteigening:
Het openbaar nut:
Door de bijna jaarlijks weerkerende wateroverlast ter hoogte van het kruispunt Kerremansstraat-Molenstraat en in de Molenstraat zelf is het nodig om de concentratie van water op die locaties te verminderen. De Molenstraat is het laagst gelegen punt, waar alle oppervlaktewater en rioleringswater zich verzamelt. De Molenbeek loopt in huidige toestand ingebuisd onder de Molenstraat, hetgeen enerzijds een beperking in buffercapaciteit geeft, en anderzijds door de interactie met de rioleringsinfrastructuur tot de gekende wateroverlast leidt. De verlegging van de Molenbeek zorgt ervoor dat er een bypass gecreëerd wordt zodat het water van de Molenbeek niet meer doorheen de Molenstraat passeert. Omdat de waterloop dan ook in een open profiel gelegd wordt, komt er meer buffercapaciteit ter beschikking bij felle neerslag en is het veel eenvoudiger om het onderhoud van de waterloop uit te voeren. Zowel de verlegging van de Molenbeek, weg van de Molenstraat, als de uitvoering in een open bedding - en dit in combinatie met de gelijktijdig geplande rioleringswerken in de Kerremansstraat - moeten de passage van grote volumes water doorheen de Molenstraat tegengaan. Daarmee kan het risico op wateroverlast in de Molenstraat gevoelig verminderd worden.
De noodzaak:
De aanleg van de bypass van de Molenbeek is noodzakelijk ter remediëring van de bijna jaarlijks terugkerende wateroverlast in de Molenstraat. Aangezien de Molenstraat het laagste punt is waar het water zich verzamelt, is het van belang om voor de waterloop een verlegging te voorzien waarmee dit laagste punt kan vermeden worden. De voorziene verlegging vormt een bypass waardoor het water van de waterloop, alsook het hemelwater dat van de hellende Kerremansstraat afkomstig is, niet meer naar de Molenstraat stroomt, maar ter hoogte van het overstromingsgebied Molenbeekse Plassen terug in de huidige loop van de Molenbeek terechtkomt. Omwille van de bebouwingstoestand van de Kerremansstraat en de hydraulische eigenschappen van de waterloop, is de voorziene bypass de enige mogelijkheid om de waterloop zowel topografisch, landschappelijk als hydraulisch te kunnen verleggen en alzo het risico op wateroverlast in de Molenstraat te verminderen.
Artikel 4:
De onteigenende instantie voor de te verwerven innemingen in gele kleur aangeduid op het goedgekeurde rooilijn- en onteigeningsplan is de provincie Antwerpen.